De FNV horecabond had Kooistra voor de rechter gedaagd, omdat de bond meent dat het bedrijf Plassania van de horecaondernemer, dat De Brasserie verpacht, feitelijk zelf de leiding heeft in de gelegenheid.
Bedrijven die Kooistra verpacht, zijn met grote regelmaat betrokken bij faillissementen. Volgens de horecabond wordt het personeel het slachtoffer van deze 'methode-Kooistra.' Rechter W. Dijkstra oordeelde dat het 'bepaald niet ondenkbaar is dat de Kooistra methode leidt tot aansprakelijkheid van de regievoerder', maar zei ook dat niet te bewijzen valt dat de horecamagnaat daadwerkelijk de regie voert over de vele faillissementen. 'Daarvoor moeten meer gegevens op tafel komen', aldus de rechter.
De twee ontslagen werknemers, die vijftien en negentien jaar werkzaam waren geweest bij De Brasserie, krijgen wel hun baan terug. Hun tijdelijke contracten werden begin dit jaar niet verlengd, omdat zij gezien hun leeftijd (50 en 56 jaar) niet meer zouden passen in het bedrijf. De vakbond stelde echter dat het tijdelijk contract dat de twee na een doorstart uit een faillissement moesten accepteren, geldt als een vast contract. De rechter ging mee in deze redenatie. De huidige pachter, Horeca Combinatie Groningen, is daardoor verplicht de twee ontslagen werknemers weer in dienst te nemen.
FNV horecabond is blij met de uitspraak. 'We zien deze uitspraak als een wapen om personeel te beschermen tegen de gevolgen van een faillissement', aldus een woordvoerster.
