Vangstverbod heeft nauwelijks invloed op kabeljauwstand

De kabeljauw wordt niet gered door delen van de Noordzee af te sluiten. Dat blijkt uit een onderzoek naar de maatregelen om de kabeljauw weer op peil te krijgen. Oud-staatssecretaris Faber (Visserij) stuurde de resultaten maandag, op de laatste dag van haar termijn, naar de Tweede Kamer.

Tussen 15 februari en 1 mei 2001 werden delen van de Noordzee afgesloten om de kabeljauw rust te geven. De vissers weken in deze periode uit naar andere gebieden, waar ze wel kabeljauw in de netten konden krijgen. In deze gebieden was de schade zo groot dat het effect van het verbod erdoor ongedaan is gemaakt.

Het gaat de laatste jaren dramatisch slecht met de kabeljauw en andere vissoorten in de Noordzee. De sluiting was onderdeel van een herstelplan van de Europese Raad van Visserijministers. Volgens Faber had deze maatregel niet veel effect omdat die was gebaseerd op de locaties waar de vorige jaren kabeljauw was gevangen. Het was beter geweest als was gekeken naar de werkelijke aanwezigheid van vis en concentraties van eitjes, zoals Faber zelf had voorgesteld.

Eerder dit jaar kondigde Europees commissaris Fischler een forse inkrimping van de visserijvloot aan, om de bedreigde vissoorten in de Europese wateren van de ondergang te redden.