'Glimlachen is niet verboden

'Wat doet een ober als 'behulpzame' gasten die gegeten hebben alle borden verzamelen en ze opstapelen? Hij denkt: verdorie nu kan ik mijn draagtechniek niet toepassen. Om vervolgens de borden gestapeld en al naar de keuken te brengen waar hij commentaar krijgt van zijn manager omdat hij ze niet op de juiste manier gedragen heeft. Met een chagrijnig gezicht staat de ober vervolgens weer aan het tafeltje van zijn gasten.'
Milo haalde tijdens zijn college over de betekenis van lichaamstaal voor het vak van gastheer en gastvrouw sprekende voorbeelden aan over het leven als ober. En vertelde hoe het volgens hem beter kon. Zo zei hij dat het helemaal niet erg is om, wanneer je gasten bedient, af en toe te glimlachen. 'Daar krijg je complimenten van.' Ook behulpzaamheid noemde hij een groot goed. 'Het is de horeca die 90 procent van de mensen geleerd heeft om met een schuin hoofd een sigarettenvuurtje aan te nemen. Waarom? Omdat het rokende publiek door schade en schande wijs is geworden, bang dat anders het gezicht in de hens vliegt. 'Door op etiquette te letten, krijg je respect van de klanten.' Hij noemde de horeca een gaaf vak. Maar', zo besloot hij, 'als je besluit om in deze branche aan de slag te gaan, moet je er 100 procent van genieten anders neem je jezelf en je gasten in de maling.'