Maandag schreef burgemeester Constant Nuytens van Valkenburg hierover een brief aan zijn collega Gerd Leers van Maastricht, waarin hij bij voorbaat de Maastrichtse plannen van tafel veegt. Maastricht wil dinsdag de knoop doorhakken en het kabinet informeren. Nuytens eist dat Maastricht hiermee wacht en eerst bemiddeling afwacht door gouverneur L. Frissen van de provincie Limburg. Die praat dinsdag met de kemphanen.
Valkenburg wil de vestiging van Holland Casino in eigen gemeente houden en niet naar Maastricht laten vertrekken. Het nieuwe gokpaleis in de Limburgse hoofdstad is een plan van de Amerikaanse gokgigant Harrah's. Die wil in Maastricht een luxe vermaakcentrum bouwen inclusief Holland Casino, goed voor 4000 banen en twee miljoen extra bezoekers per jaar. De kosten van het project bedragen 550 miljoen euro.
Monopolie
Harrah's is een commercieel gokbedrijf, dat geen toegang heeft tot de Nederlandse markt wegens het wettelijk voorgeschreven monopolie van Holland Casino. Daarom wil Maastricht minister Donner van Justitie om goedkeuring van de plannen van Harrah's vragen, waarbij Holland Casino onderdeel gaat uitmaken van het complex.
De aanpak stuit Valkenburg tegen de borst. Allereerst zegt Nuytens officieel niet geïnformeerd te zijn door Maastricht over de plannen die daar gesmeed worden. Vorige week sloeg hij echter nog een uitnodiging van burgemeester Leers voor een gesprek hierover af. Wel hadden de twee burgervaders vorige week dinsdag een gesprek met de Limburgse gedeputeerde G. Driessen van ruimtelijke ordening, maar blijkens de brief van Valkenburg kwam daar weinig uit.
Werkgelegenheid
Maastricht wijst erop, dat Harrah's zich uitsluitend wil vestigen in de Limburgse hoofdstad. Gezien de enorme werkgelegenheid die dit project genereert, wil Maastricht die kans niet missen. Maar Valkenburg vreest juist weer verlies van banen, waarbij het heuvellandstadje bovendien minder aantrekkelijk wordt voor toeristen.
Valkenburg dringt er op aan dat er samen met Maastricht en de provincie eerst een ‘grondige studie’ naar de plannen moet worden verricht. Pas daarna kan er wat Nuytens betreft een gezamenlijke brief naar Donner de deur uit gaan.
