Dat meldt Van Spronsen & Partners uit Leiderdorp. Het adviesbureau onderzoekt sinds 2002 jaarlijks de prijzen van een Big Mac in Europese landen en presenteert daarbij de Europese Big Mac Index. Omdat de hamburger een universele standaard betreft qua samenstelling en productiemiddel, wordt de Big Mac veelal gezien als ijkpunt voor de vergelijking van horecaprijzen in Europa.
Zwitserland is met 3,97 euro per hamburger het duurste Big Mac-land. De prijs daalde overigens wel met 2 procent. Nummer twee op de ranglijst is Denemarken met 3,61 euro, een daling van 3 procent. De top-3 wordt compleet gemaakt door Finland, waar de prijs van een Big Mac met 3,60 euro gelijk bleef ten opzichte van 2005.
Nederland staat elfde op de lijst. De 2,95 euro voor een Big Mac is gelijk aan 2005. Het is meer dan het Europese gemiddelde van 2,60 euro. Dit gemiddelde wordt vooral gedrukt door lage prijzen in Oost-Europese landen. Zo kost een Big Mac in Rusland bijvoorbeeld, ondanks een prijsverhoging van 8 procent, slecht 1,28 euro.
Opvallend is dat Malta flink meer is gaan vragen voor een Big Mac. Vorig jaar moesten consumenten nog 2,91 euro ervoor neerleggen. Dit jaar 3,26 euro. Dat is een prijsstijging van 12 procent. In Slowakije steeg de prijs met 24 procent (van 1,49 naar 1,84), in Joegoslavië 23 procent (van 1,71 naar 2,10) en in Roemenië met 17 procent (van 1,73 naar 2,03).
Ranglijst Europese Big Mac Index 2006
1. Zwitserland 3,97 euro (-2 procent ten opzichte van vorig jaar)
2. Denemarken 3,61 (-3%)
3. Finland 3,60 (0)
4. Zweden 3,50 (7%)
5. België 3,30 (0)
6. Malta 3,26 (12%)
7. Luxemburg 3,25 (-6%)
8. Frankrijk 3,20 (3%)
9. Ierland 3,20 (3%)
10. Spanje 3,10 (7%)
11. Nederland 2,95 (0)
12. Duitsland 2,95 (0)
13. Verenigd Koninkrijk 2,91 (7%)
14. Italië 2,90 (4%)
15. Oostenrijk 2,75 (0)
Bulgarije 1,63 (4%)
Oekraïne 1,37 (15%)
Rusland 1,28 (8%)
