Onderzoek TNS NIPO: imago bedrijf stijgt bij sponsoren goed doel

Bijna de helft van de Nederlanders vindt dat een bedrijf dat een goed doel sponsort, een merk is waarmee je gezien mag worden. Tweevijfde denkt daarnaast positiever over dat bedrijf.

Het effect op het imago van het goede doel zelf is veel minder groot, zo blijkt uit een recent onderzoek van TNS NIPO onder 1.261 Nederlanders van 18 jaar en ouder en onder 538 bedrijven in Nederland.

Vrijwel alle ondervraagde Nederlanders en professionals (managers in marketing, PR en verkoop, bedrijfseigenaren en directeuren) zijn bekend met het feit dat steeds meer bedrijven goede doelen steunen en vinden dat een positief fenomeen. Driekwart (75%) van de professionals is ervan overtuigd dat een dergelijke vorm van sponsoring bijdraagt aan de naamsbekendheid en het imago van het bedrijf. Dit blijkt ook uit de antwoorden van het Nederlands publiek: 48 procent vindt het daardoor "een merk waarmee je gezien mag worden" en 41 procent geeft aan positiever te denken over een bedrijf dat een goed doel steunt.

Het effect op het imago van de goede doelen zelf is veel minder groot. Enerzijds vindt ongeveer een kwart van de Nederlanders dat een gesponsord goed doel betrouwbaarder is (24%) en gaat men positiever over zo'n goed doel denken (25%). Anderzijds is tien procent van mening dat het goede doel zijn zelfstandigheid op die manier verliest en vindt veertien procent dat het dan wel geld genoeg heeft en geen donaties meer nodig heeft.

Meer dan de helft van de ondervraagde professionals geeft aan dat het bedrijf waarbij zij werkzaam zijn één of meer goede doelen steunt. Het gaat dan vooral om goede doelen op het gebied van gezondheid/ ziektes en (lokale) sportverenigingen. De steun vindt vooral plaats door het geven van geld, producten of diensten. Gezamenlijke acties, kennisoverdracht en vrijwilligerswerk komen (nog) veel minder vaak voor.

Zowel het Nederlands publiek als de professionals prefereren samenwerking van "logische" combinaties, zoals een babyvoedingproducent met een organisatie voor hulp aan kinderen of een landbouwbedrijf met een ontwikkelingshulporganisatie. Uit den boze is de combinatie sigarettenfabrikant met een organisatie tegen ziektes, zo vindt de ruime meerderheid van de Nederlanders en de professionals.