Populariteit buitenlandse keuken blijft groeien

De opbrengsten voor restauranthouders lopen terug, maar de populariteit van de buitenlandse keuken neemt in Nederland alsmaar toe. In de periode 1995 tot 2002 is het aantal restaurants met een buitenlandse keuken met 19 procent gestegen. Het netto bedrijfsresultaat voor restauranthouders is in 10 jaar afgenomen van 11 naar 9 procent in 2001. Dat concludeert het bedrijfschap Horeca en Catering in het sectorrapport 'Eten in de Nederlandse horeca 2002'.

Net als de snackbar op de hoek lijdt ook de restauranthouder onder de 'amateurskoks' die zich, geholpen door de detailhandel, thuis uitsloven. De consument laat vooral de Nederlands-Franse keuken links liggen. Het aantal restaurants met deze keuken is in de afgelopen zeven jaar met 2 procent afgenomen.

De restaurantsector heeft zijn aandeel in de totale eetomzet binnen de horeca zien afnemen van 49 procent in 1991 naar 44 procent in 2001. Andere moeilijkheden liggen in de opleidingen en horecakennis. 'Restauranthouders ondervinden steeds meer moeilijkheden om vacatures vervuld te krijgen waarbij een horecaopleiding en of horecakennis vereist is. Dit leidt tot hoger betaalde lonen', aldus het bedrijfschap. Ook de beschikbaarheid van scholieren neemt af omdat die kiezen voor de detailhandel.

Om het tij te keren beveelt het bedrijfschap aan beter in te spelen op het consumptiemoment en de veranderende wensen van de consument. Volgens het bedrijfschap doen verscheidene restaurants dat al. 'Voorbeelden van succesformules zijn het actief laten deelnemen van de gast aan de samenstelling van de maaltijd of het eten in de horecakeuken zelf', aldus Horeca en Catering. 'Ook de belangstelling voor samenwerking tussen horeca en niet-horeca, zoals recreatiebedrijven groeit. Het recreatiebedrijf levert de fietsen, het horecabedrijf de koffie met appeltaart