De snerttram is een bijzondere verschijning in Rotterdam. Het voertuig ziet eruit alsof het dwars door een pan erwtensoep is gereden. Binnenin passen 54 mensen die een rondleiding krijgen door de stad. ‘Het is erg gezellig in de tram. Als de gids even niets zegt, dan speelt de accordeonist een deuntje’, zegt Paerel. De tram is aangekleed met lichtjes en geruite gordijntjes. ‘De kneuterigheid maakt het zo verschrikkelijk leuk’, stelt Paerel. De kom erwtensoep die de passagiers tijdens de rit naar binnen werken, maakt het geheel af.
Tien jaar geleden reed de tram slechts vijf keer in het winterseizoen. Afgelopen jaar verliet het voertuig ruim honderd keer de remise om in totaal 4000 mensen te vervoeren. Vanaf de Boezemstraat in Crooswijk rijdt de tram onder de kubuswoningen door naar de binnenstad. De rit gaat ook over zuid om een blik te kunnen werpen op het Feyenoordstadion en naar Het Kasteel van voetbalclub Sparta in Rotterdam-west.
Paerel: ‘Mensen die met ons meegaan krijgen een algemene indruk van de stad. Het verbaast me steeds weer dat zelfs echte Rotterdammers na de rit zeggen dat ze nieuwe dingen gezien en geleerd hebben.’
Paerel is enthousiast over de nieuwe ideeën die de laatste jaren zijn ontstaan. ‘Op 31 oktober rijden we voor het eerst met een Halloweentram. Mensen krijgen dan geen snert, maar pompoensoep’, zegt ze enthousiast. Ook de inburgering-snerttram, waar nieuwkomers in meerijden om kennis te maken met de stad, is volgens Paerel een succes. ‘Dan serveren we natuurlijk vegetarische snert, want niet iedereen mag vlees eten.’
En ook dit jaar is de snerttram rond oud en nieuw weer de oliebollentram. De rit begint dan niet op de Boezemstraat, maar op de Coolsingel. ‘We doen wel vaker bijzondere dingen. Zo is er een keer een wethouder met ons meegereden die geen erwtensoep lustte, dus hebben we de hele tram op hutspot getrakteerd’, lacht Paerel.
De initiatiefneemster verwacht dat de tram nog wel een aantal jaren zal rijden. ‘De gemeente en de RET zijn hartstikke enthousiast en ze steunen ons enorm, dus de snerttram rijdt nog wel even rond.’ Of in de tram altijd snert geserveerd zal worden, is nog even de vraag, want volgens Paerel moet de restauranttram er toch komen. ‘En die komt er ook wel, al zal dat mijn tijd misschien nog wel duren.’
