Tankstationhouder Klok kreeg anderhalf jaar geleden een boete van €900 opgelegd voor het verkopen van alcohol in zijn zaak. Tot op de dag van vandaag weigert hij te betalen en tekende hij bezwaar aan.
Proefproces uitlokken
Volgens Klok loopt hij sinds het verbod op alcoholverkoop in 2001 tot 35 procent aan omzet mis. Hij wilde met de illegale verkoop een proefproces uitlokken.
Tot vorig jaar was Klok voorzitter van de belangenvereniging voor pomphouders BETA. De 1200 aangesloten pomphouders vinden het onterecht dat tankstations geen alcohol meer mogen verkopen, omdat dit de veiligheid op de weg in gevaar zou brengen.
Dit argument bestreed Klok tijdens de zitting. Volgens hem zijn hiervan geen cijfers bekend.
Wegrestaurants en supermarkten
Bovendien vinden de pomphouders dat zij met dit verbod worden gediscrimineerd. Wegrestaurants en supermarkten in de buurt van tankstations mogen wel alcohol verkopen.
‘Ook die partijen hebben een onlosmakelijke band met het verkeer. Zo’n restaurant heet niet voor niets wegrestaurant. Chauffeurs gaan van de weg om een hapje te eten en krijgen naar wens een glaasje wijn erbij geserveerd’, verweerde Klok zich.
Daarbovenop stelde Klok dat de oplaadpunten voor elektromotoren pal naast supermarkten en slijterijen worden gezet.
Horecavergunning
Volgens advocaat G. J. van Midden, die het woord voerde namens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, sneden de vergelijkingen van Klok geen hout.
‘Voor een restaurant is een horecavergunning nodig. En een oplaadpunt voor elektra mag ook geen alcohol verkopen’.
Van Midden noemde de verkoop van alcohol door tankstations een directe aanval op overheidscampagnes om niet met een slok op achter het stuur te kruipen.
De rechtbank doet 4 juli uitspraak.