Door de lage stand van de pond hebben Britse reizigers minder te besteden en dat zullen Nederlandse horecaondernemers gaan merken. Britse toeristen hebben minder te besteden in ons land en zullen daarnaast door de hogere wisselkoersen mogelijk zelfs voor een hele andere bestemming kiezen, vreest de bank.
ING verwacht daarom dat de groei in de sector lager uitvalt dan eerder werd verwacht. Eerder dit jaar werd die groei over 2016 nog op 3 procent geschat, nu denkt het Economisch Bureau dat de omzetontwikkeling in 2017 tot de helft zal slinken (1,5 procent).
Geen zorg
Maar landelijk gezien is er geen reden tot zorg, benadrukt de bank. Restaurants ontvingen in de eerste twee kwartalen meer gasten. Net als hotels, die ook nog eens de gemiddelde kamerprijs zagen toenemen ten opzichte van een jaar eerder. Cafés krabbelen wat op na een jarenlange daling van de omzetvolumes.
Vooral in Amsterdam en Utrecht is de horeca gevoelig voor de ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk. In Amsterdam zijn Britten goed voor meer dan 15 procent van alle overnachtingen in hotels, in Utrecht is dat ruim 10 procent. Landelijk gemiddelde is 8 procent. Horeca in provincies als Friesland en Zeeland zullen nauwelijks iets merken van een Brexit-effect.
€0,9 miljard
Samen geven die Britse reizigers 0,9 miljard euro uit in ons land, het meeste na Duitsland (4,9 miljard) en België (1,4 miljard).
Britten zijn momenteel veruit de grootste groep meerdaagse buitenlandse zakenreizigers in ons land. In tegenstelling tot leisure-gasten zullen zakelijke reizigers hun reisplannen of -budget naar verwachting minder laten beïnvloeden door de daling van de pond.
Voor het groeiperspectief van het zakelijke reisverkeer is de onderlinge handel tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk een bepalende factor. Wanneer de handel na daadwerkelijke uittreding uit de EU onder druk komt dan schaadt dat ook de zakelijke reismarkt, waarschuwt het ING Economisch Bureau.
