Horecavastgoedman Maup Caransa overleden

Horecavastgoedman Maup Caransa overleden

Horecavastgoedman Maurits 'Maup' Caransa is overleden. Caransa overleed vrijdag op 93-jarige leeftijd. De zakenman bezat veel horecapanden in Amsterdam.

De Portugees-Israëlische vastgoedmiljonair Maurits 'Maup' Caransa werd vooral bekend door zijn ontvoering in 1977. De zakenman, die met name in Amsterdam veel horecapanden bezat, leidde daarna een teruggetrokken leven.

Maurits Caransa, zoals de Amsterdamse vastgoedkoning officieel heette, werd in 1977 na een bridge-avond in de Continental-Club tegenover het Amstel Hotel in de hoofdstad ontvoerd. Het toeval wilde dat hij die avond zijn Smith and Wesson 38 Special niet bij zich droeg, terwijl hij die 9-millimeter-revolver meestal wel bij zich had, zo verklaarde hij later tegenover Het Parool. Of hij de kans had gehad het vuurwapen te grijpen, betwijfelde hij overigens ten zeerste. De daders overrompelden hem compleet.

Vijf dagen later lieten de daders hem, na betaling van 10 miljoen gulden losgeld in nieuwe briefjes van duizend, ongedeerd vrij in Amsterdam-West. De ontvoerders zijn nooit gepakt. Aanvankelijk werd gedacht aan een politieke zaak, naar aanleiding van enkele telefoontjes van de Rote Armee Fraktion, een Duitse terreurgroep die destijds niet voor extreem hard optreden terugdeinsde. Kort daarop bleek dat de RAF niets met de zaak te maken had.

Bodybuilding

Zijn ontvoerders heeft Caransa niet gezien. Zij droegen constant bivakmutsen en spraken alleen via een babyfoon met hem. Het enige wat de miljonair de politie kon meedelen was dat zij Engels spraken met een Zuid-Europees accent. De zakenman heeft zelf onderhandeld over zijn vrijlating. De ontvoerders eisten eerst een bedrag van 40 miljoen gulden, zo vertelde het slachtoffer achteraf.

Caransa, die opgroeide in de Amsterdamse jodenbuurt, handelde onder meer in olie, kolen, auto's en afgedankt legermaterieel. Uiteindelijk koos hij definitief voor het vastgoed. In 1964 richtte hij de handelsonderneming M. Caransa BV op. Caransa zelf werd president-directeur en bleef dat tot op hoge leeftijd.

Caransa is ondanks zijn geld altijd de gewone Amsterdamse jongen gebleven, gemakkelijk toegankelijk. In de tijd dat hij in Amsterdam hotels vergaarde, ontmoette hij de in keurig pak gestoken verkopers bij voorkeur in een witte coltrui. 's Zondags bekeek hij de verrichtingen van Ajax. Ook had hij belangstelling voor de draf- en rensport. Om gezond te blijven zwom, fietste en wandelde de oud-worstelaar in het vlieggewicht veel. Bovendien deed hij aan bodybuilding.

Krasnapolsky

Zijn panden, waaronder veel horeca-etablissementen, stonden met name in Amsterdam. Een groot deel was geconcentreerd rond het Rembrandtsplein, waar hij onder meer De Kroon bezat, evenals het befaamde Schiller. Dit viersterrenhotel verkocht hij echter samen met hotel De Doelen uit dezelfde categorie aan Krasnapolsky. Hij kocht vaak panden op om ze niet lang daarna weer van de hand te doen, wat hij onder meer deed met het Amstel Hotel.

Een speculant wilde hij zich niet noemen. Ooit zei hij eens in een vraaggesprek: ‘Ik ben gewoon handelaar in onroerend goed. Dat daar wel eens speculatie bijkomt, omdat een bepaald object in waarde stijgt, is alleen maar plezierig.’