Amsterdam blijft strijden tegen horecaman Barazani

Amsterdam blijft strijden tegen horecaman Barazani

De gemeente Amsterdam heeft opnieuw een succes geboekt tegen de Israëlische zakenman Asaf Barazani en zijn familie. Twee horecazaken van de Barazani's op het Damrak hebben de deuren gesloten. De Raad van State oordeelde vorige maand dat Amsterdam terecht de vergunningen voor deze bedrijven heeft ingetrokken.

De zaken van de Israëlische zakenman Barazani moesten uiterlijk woensdag 7 juni dicht zijn en toen de gemeente 's ochtends ging controleren, was dat inderdaad het geval.

Dat liet een gemeentewoordvoerster weten. Amsterdam trok de vergunningen begin 2009 in op basis van de wet Bibob. Die geeft de overheid het recht licenties te weigeren als zij vreest dat een ondernemer die misbruikt voor criminele activiteiten. Een van de redenen voor het besluit was een onderzoek van justitie naar witwassen door leden van de familie. Dat onderzoek loopt nog steeds en richt zich op dit moment nog op twee personen (niet op Asaf Barazani zelf).

Barazani bezat tot enkele jaren geleden een flink aantal panden in het centrum van Amsterdam, met name op het Damrak. Doordat de instanties hem de afgelopen jaren zo op de huid zaten, is zijn imperium inmiddels behoorlijk afgebrokkeld. In 2009 (toen het conflict met de gemeente al liep) verkocht hij een stuk of 12 van zijn panden aan het Damrak aan NV Stadsgoed, een dochter van woningcorporatie Stadgenoot en een partner van de gemeente.

Nu zijn dus nog twee bedrijven van de familie dichtgegaan. Het zijn twee restaurants in twee verschillende panden. In het ene pand zat verder niks, in het andere pand zit ook nog een hotel. Dat mag wel openblijven, omdat hotels niet vergunningplichtig zijn. De panden zijn nog wel van Barazani en het is onduidelijk wat daar nu mee gaat gebeuren.

Naast de twee panden aan het Damrak bezit Barazani ook nog een pand in de Kerkstraat. Daarin zit een coffeeshop. De exploitanten daarvan staan los van de familie Barazani en zij hoefden zich tot nu toe geen zorgen te maken.

Bron: ANP