Nederlandse kok begint tropisch kuuroord in Vietnam

De 31-jarige Nederlandse kok Remon Alphenaar begint bij een vissersplaatsje in het zuiden van Vietnam een paradijselijk spa-kuuroord. Het 9 miljoen dollar kostende project moet in december 2008 klaar zijn. Hij is een van de eerste Nederlanders die in deze sector en op deze schaal investeren in het ex-communistisch land.

Het resort in Nha Trang in de provincie Khan Hoa beslaat dertien hectare en herbergt vijftig luxe villa's met eigen zwembad. ,,Acht villa's liggen langs de rivier en beschikken over een eigen keuken, een boomhut en de mogelijkheid om vanuit de woning naar het centrale zwembad te zwemmen'', licht Alphenaar toe. Het kuuroord wordt opgetrokken uit natuurlijke materialen uit de regio zelf.

Het idee van Alphenaar komt na de vele omzwervingen die hij sinds 1996 in Azië maakte als chefkok van verscheidene vijfsterren hotels. In Nederland werkte hij als chef de partie bij onder anderen sterrenkok Cees Helder in Rotterdam. Alphenaar wilde Aziatisch leren koken en vertrok bepakt met rugzak naar de bron van de Aziatische keuken. Inmiddels is hij directeur Food and Beverage van verschillende resorts binnen de Six-Senses group.

Hij stond als chefkok achter de kachel in onder andere, Thailand, op de Malediven en in Vietnam. De laatste jaren legde hij zich steeds meer toe op de organisatie en inrichting van keukens, wijnkelders en restaurants. Toen hij van 2001 tot 2004 met zijn Vietnamese vrouw Hang Nguyen op de Malediven verbleef, begonnen ze aan de schets van hun plan voor een uitzonderlijk spa-kuuroord in Vietnam.

,,De vader van Hang heeft een stuk grond van twee hectare in het zuid-oosten van Vietnam. Dat gebied is zo mooi en rustgevend dat ik er wat mee wilde gaan doen.'' De schoonfamilie verklaarde hem voor gek, omdat het ongeschikt zou zijn. Nu de schetsen en projectplannen klaar zijn en geldschieters zijn gevonden, wordt het ook voor zijn schoonvader een serieuze onderneming. Omdat Alphenaar grip wil houden op het project blijft hij zelf een meerderheidsbelang houden in het project.

Op het terrein komt een aantal traditioneel ingerichte restaurants, onder meer een restaurant op palen in het water. Daaraan vast komen verscheidene traditionele Vietnamese hutjes, zogeheten sala's, waarin gasten afgezonderd kunnen eten. ,,Om het eten zo vers mogelijk in de keuken te krijgen wordt vrijwel alles zelf verbouwd'', vertelt Alphenaar. Zelf zal hij niet veel meer achter de kachel staan, al wil hij wel enkele specialiteiten van hem doorvoeren. ,,Ik blijf toch een kok.'' Volgens de EVD, de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid voor het faciliteren en het stimuleren van internationaal ondernemen en internationale samenwerking, pakt Alphenaar een bijzonder project op. Voor veel Nederlanders is de huidige republiek vooral een reisland voor ruzaktoeristen. ,,Een luxe vakantieland is het nog niet'', zegt Shakila Putman van de EVD, maar daar komt verandering in.

Na China en India is Vietnam de hardst groeiende economie van Azië. Volgens Hans Peter Verhoeff, hoofd economische afdeling van de Nederlandse ambassade in Vietnam, trekt de toeristische sector erg aan en investeren daar ook Nederlanders in, maar niet op de schaal zoals Alphenaar doet. De toeristen in Vietnam komen voor 41 procent uit Azië zelf, 31 procent uit Europa en 14 procent uit de Verenigde Staten.