Asar reageert hiermee op het bericht dat hij na een jaar het Scheveningse restaurant At Sea verlaat. ‘Ik kijk met veel trots en plezier terug op dat jaar. We hebben in korte tijd toch een Haagse topzaak neergezet, met goede recensies en vermeldingen in gidsen. Dat geeft een tevreden gevoel.’
Hij geeft aan nu een paar maanden rust te nemen om aan zijn tweede boek te kunnen werken. ‘Dat wordt een vervolg op het eerste boek. De roadtrip gaat verder, naar andere landen in Europa. Ik ga langs bij collega’s, en belicht verschillende en onverwachte aspecten van culinaire cultuur.’
Eigen zaak
Als het boek af is, komt Asar met een eigen zaak, zegt hij stellig. ‘In het nieuwe seizoen sta ik weer op de vloer, dat is zeker. Ik ben nog te jong om eraf te stappen. Ik ben een topsporter, voor wie resultaat telt. Een eigen zaak is mijn prijs. En ja, natuurlijk ga ik op jacht naar een ster. Ik heb in andere bedrijven sterren verdiend, maar met een eigen zaak voelt dat toch anders.’
Hij heeft nog geen concrete plannen, en ook nog geen pand op het oog.
Recept
Het streven naar het hoogste is logisch voor Asar. ‘Ik heb in zoveel topzaken gewerkt. Daarmee krijg je een bepaald recept in handen. Je komt dan vanzelf weer uit op het niveau van de bedrijven waar je vandaan komt.’
Dat hij daarin verschilde van inzicht met eigenaars van At Sea Paul van Waarden en Patrick Dekker, betreurt Asar niet. ‘Dat gebeurt. Daar moet je professioneel in zijn. Ik ben blij dat we op tijd bij elkaar zijn gaan zitten, en er op een goede manier uitgekomen zijn.’
Naast schrijven en een eigen zaak opzetten, blijft Asar colleges geven op ROC’s en gastvrijheidstrainingen geven aan brigades. ‘ik ben een voorbeeld voor velen, daar ben ik me van bewust. Ik ben een bekende naam in horecaland, en ik ben echt nog niet weg.’
