Sinds 2003 kiezen Duitsers minder vaak voor een vakantie in Nederland. Vorig jaar brachten volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek 2,6 miljoen Duitsers een bezoek aan ons land, 2 procent minder dan in 2004.
Duitse vakantiegangers zijn wat Nederland betreft vooral enthousiast over de korte reisafstand, het gevoel van veiligheid, de winkelmogelijkheden en de geringe taalbarrière. De weersomstandigheden en de verhouding tussen prijs en kwaliteit vallen minder in de smaak, net als het eten dat wordt geserveerd. ‘Van onze gastronomie ligt men bij onze oosterburen niet wakker’, weet Peter Gouw van GFK Panel Services.
Eerder onderzoek door het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC) naar het imago van vakantieland Nederland onder Duitsers bracht al aan het licht dat de kwaliteit en service voor verbetering vatbaar zijn. ‘Daarnaast vinden zij Nederland weinig verrassend en ervaren sommige Duitsers een negatieve houding ten opzichte van hen’, aldus de NBTC-onderzoekers.
Volgens Gouw is een positieve trendbreuk noodzakelijk. ‘Nederland is best wel aantrekkelijk, maar zorg voor betere prijzen en een betere keuken, speel in op wat de Duitse toerist werkelijk wil’, luidt zijn advies.
Bijna de helft van alle Duitsers is wel eens in Nederland op vakantie geweest. De doorsnee Duitse toerist maakt deel uit van een middenklasse gezin, woont in een van de twee grensdeelstaten en arriveert in een auto op de bestemming. De maanden april en mei zijn favoriet, maar de Duitsers komen in vergelijking met andere toeristen meer gespreid over het jaar.
Duitsers laten met name de kust en de campings in Nederland de laatste jaren steeds meer links liggen. Hotels verwelkomen aan de andere kant juist meer Duitse gasten. Vooral de luxere verblijven in de grote steden profiteren van deze trend.
