Van Wolde zegt in een interview in Elsevier dat er duidelijke regionale verschillen zijn qua culinaire ontwikkelingen. Volgens van Wolde is Nederland de laatste jaren snel gegroeid in culinaire belangstelling en zijn de Nederlanders goede eters geworden.
‘Het scheelt nog wel per provincie. Groningers, Zeeuwen en Drenten vinden alles lekker. Amsterdammers houden ook van een truffeltje. De driehoek Utrecht-Rotterdam-Den Haag loopt achter. Dat zeg ik met spijt, want ik ben zelf Rotterdammer’, aldus Van Wolde.
Van Wolde vervolgt: ‘Een Belg kun je ’s nachts wakker maken voor een lichtgekoelde pastei van foie gras met een brioche. Daar komt hij graag het bed voor uit. Dat krijg je er bij Nederlanders niet in’.
Het tweesterrenrestaurant Beluga ontvangt overwegend buitenlandse gasten, stelt Van Wolde. ‘Ik draai op 60 procent Belgen en op 40 procent Nederlanders. Ik wil Nederlanders niet tekort doen, maar Belgen kunnen beter eten. Al laten ze zelden het achterste van hun tong zien. Het scheelt wel in enthousiasme, Belgen en Nederlanders.’
Zie ook
