Geitenvlees kan trend worden in horeca

Geitenvlees kan trend worden in horeca

Geitenvlees biedt restauranthouders de kans om zich te onderscheiden. Een Capretto of Chevon op de kaart zou wel eens een trend kunnen gaan worden. Dat zegt Peter Govers die samen met Ina Eleveld geitenboerderij Hansektien in het Drentse Mantinge runt.

Govers gaf op de Horecava een demonstratie van koken met geitenvlees. Het vlees heeft volgens hem een bite met een licht zoetje en biedt de mogelijkheid voor restaurants om zich te kunnen onderscheiden. De kiloprijs is ongeveer 20 euro.

‘Op dit moment wordt er slechts vier ton geitenvlees per jaar verwerkt in Nederland’, volgens een grove schatting van Govers. Dat zal, als het aan hem ligt, aanzienlijk meer worden. ‘Er komen steeds meer biologische geitenboeren. In het kader van duurzaamheid past het vlees prima in onze hedendaagse denkwijze.  Gewoon de bokjes opeten in plaats van van ze dood of levend te exporteren naar het verre buitenland.’

Volgens Govers is geitenvlees voor koks een mooi stuk vlees om zich te kunnen onderscheiden. ‘Een Capretto is het vlees van een geitenlam van acht tot tien weken oud. De smaak is zacht en vol. Een Chevon is geitenlam van 5 tot 7 maand oud. Door de beweging heeft het lam meer spieren ontwikkeld en dat is terug te zien in de structuur van het vlees’.

‘Wereldwijd is geitenvlees het meest gegeten vlees. Maar in Nederland eten we het bijna niet. Dat is vreemd en onnodig’, vindt Govers. Er is volgens hem wel steeds belangstelling van koks en pers voor geitenvlees. ‘Dus het kan een trend in de horeca worden’.

Als kok heb je volgens Govers lef nodig om met geitenvlees te werken. ‘Het niveau van de verschillende geitenboeren verschilt nogal. Koks moeten daarom meerdere geitenboeren bezoeken. Daarnaast heeft geit een verkeerd prijsimago. Mensen associëren het met goedkoop vlees. De bokjes worden momenteel opgemest als plofkip en dan dood of levend vervoerd naar het Midden-Oosten. Dat hoeft helemaal niet’, aldus Govers.