Vorig jaar hebben zij restaurants De Parel in het Belgische Watervliet verkocht waarvoor Dockside Bar & Grill in de plaats kon komen.
Dockside is vorige week - na een periode van proefdraaien - voor het publiek geopend. Dockside telt 250 couverts, 140 tot 150 op de begane grond en 100 op de eerste verdieping. De verdieping zal gebruikt worden voor besloten bijeenkomsten zoals feesten en vergaderingen.
Het bedrijf zit aan de Westkade in Sas van Gent in een pand dat in de volksmond bekend staat als de ‘witte villa’. Dockside ligt naast het Industrieel Museum. Het gebouw was van oorsprong een directiewoning van Rijkswaterstaat.
Het restaurant werkt met drie grill-systemen. De Josper, een rottisserie en een open barbecue. General manager van de zaak is Virginie Neyt.
Kleding van Zeeuws linnen
De bediening van Dockside is gekleed in een unieke blouse van Zeeuws linnen, ontworpen door Martine van de Bilt. Ook de leren schorten zijn van haar hand. Ze zegt over die kleding: ‘Ook na kookwas of stomerij behoudt het dezelfde eigenschappen. Wassen kan op 90 graden, wel goed strijken om de vorm te behouden. Het isoleert goed en het absorbeert vocht en geur. En het kreukt zo min mogelijk.’
Van de Bilt noemt zichzelf ‘vlasdochter’ omdat haar familie groot is geworden in de productie van Zeeuws vlas en linnen. ‘Maar Zeeuws linnen in een horeca omgeving stelt hoge eisen. Het vraagt om de ultieme combinatie van authenticiteit, veiligheid, schoonheid en duurzaamheid.’ zegt de vlasdochter. ‘De Zeeuwse knoop prijkt op de mouwen en boord van de blouses van de serveersters.’
Martine is in haar familie bekend geraakt met linnenstoffen en producten. Met modelabel C_BILT produceert ze functionele designerkleding. Deze kleding is geïnspireerd op het vlas van haar ouders en de klassieke Zeeuwse klederdracht. Zij doet dit in samenwerking met ontwerper Michelangelo Winklaar.
De schorten zijn gemaakt van Afrikaans leer en is volgens Van de Bilt minder stug dan veel andere merken.
Gasten reageren volgens Van de Bilt enthousiast als medewerkers aan tafel vertellen over de kleding. ‘Prachtig Zeeuws', zeggen ze. Of 'mooi detail die Zeeuwse knoop'. 'De bediening hoeft vaak niet eens zelf te vertellen dat de kleding Zeeuws is. Gasten vragen er zelf naar en dan is het natuurlijk een mooi verhaal.’
