Tegen de mannen uit Almere en Utrecht was 150 euro boete geëist. De twee bezoekers werden op 10 februari 2007 in opdracht van de bedrijfsleider uit discotheek Monza gezet.
‘Het lijkt hier wel een moskee’, kreeg de portier naar zijn zeggen van de bedrijfsleider te horen toen hij achteraf namens de jongens ging vragen waarom ze weg moesten. De portier adviseerde de twee bezoekers vervolgens zelf om aangifte te doen bij de politie.
De 36-jarige Utrechter die inmiddels niet meer als bedrijfsleider bij de discotheek werkt, ontkende dat hij de bezoekers door de portier naar buiten had laten zetten omdat ze Marokkaans zijn. Volgens hem hadden ze twee dames lastiggevallen. ‘Ze hebben gewoon een huisregel overtreden’, zei hij.
Politierechter W. Foppen achtte niet bewezen dat de portier de bezoekers buiten de deur had gezet omdat het Marokkanen zijn. Zijn advocaat wees er op dat de portier pas van de bedrijfsleider de reden had gehoord toen de jongens al buiten stonden. Van opzet tot discrimineren was daarom in de ogen van de raadsman geen sprake.
De portier, die zelf van negroïde afkomst is, heeft na het incident ook niet meer bij de Monza willen werken.
De vrijspraak voor de portier leidde om een juridisch-technische reden ook tot vrijspraak voor de bedrijfsleider. Hem was ten laste gelegd dat hij de portier opdracht had gegeven om te discrimineren. Maar omdat de portier werd vrijgesproken van discriminatie, kon ook niet bewezen worden dat de Utrechter daar opdracht toe had gegeven.
