Het ANP publiceerde op 15 september 2005 een bericht met als kop: ‘Achtergrond ontvoering moet bijna drugshandel zijn’.
Melchers maakte een bodemprocedure aanhangig tegen het ANP, omdat hij vond dat het artikel zijn eer en goede naam heeft aangetast. De rechtbank in Amsterdam oordeelde eerder nog dat dit niet het geval was en dat het bericht van het ANP rechtmatig was. Het gerechtshof Amsterdam is nu in hoger beroep tot een ander oordeel gekomen.
Het artikel werd gemaakt op basis van twee politiebronnen die aangaven dat de eis van de ontvoerders van Claudia Melchers (eigenaar van cateringbedrijf CMC in Amsterdam) van 300 kilo cocaïne voor haar vrijlating, bijna wel zeker te maken moest hebben met enige betrokkenheid van de familie bij drugshandel. In het artikel was ook aangegeven dat die conclusie door deze twee bronnen werd getrokken. Toch is de formulering: ‘Dat stellen bronnen binnen de politie die zich met de bestrijding van grootschalige drugshandel bezighouden’, volgens het hof onvoldoende.
Melchers vorderde naast rectificatie 100.000 euro immateriële schadevergoeding, en daarnaast nog vergoeding voor zijn materiële schade. Het gerechtshof heeft daarvan 10.000 euro als vergoeding voor de immateriële schade toegewezen en de rest van de vorderingen van Melchers afgewezen.
