Colijn wil een vereniging van en voor ijsbereiders die zich bezighoudt met het in stand houden van het ambacht en de promotie en toekomst van de branche. Het moet volgens hem absoluut geen werkgeversvereniging worden. ‘Als branche ben je daarvoor veel te klein. Dat soort zaken kun je beter aan KHN overlaten.’
Bestemmingsheffing
Zo’n vereniging zou wel fondsen kunnen werven die bijvoorbeeld het IJscentrum ten goede komen en voor gezamenlijke reclame worden gebruikt. Als namelijk meer dan de helft (in omzet) van de ongeveer 600 ijsbereiders in Nederland zich aansluit kan de vereniging het Hoofdbedrijfschap Ambachten vragen om een bestemmingsheffing op te leggen. Die moet dan door ieder bedrijf verplicht worden afgedragen. De heffing hoeft volgens Colijn helemaal niet zo’n hoog bedrag te zijn. ‘Al bij €300 per bedrijf heb je een aanzienlijke som bij elkaar.’
IJscentrum
Het geld zou voor een deel naar het IJscentrum moeten gaan. Dat nu nog geheel en al afhankelijk is van partners (sponsors) uit het bedrijfsleven zoals leveranciers van ijsmachines en ijsgrondstoffen. ‘Pas als ijsbereiders zelf meebetalen aan het ijscentrum is het ook echt van hun. Het IJscentrum wordt dan echt een onderdeel van de branche.’ Als ijsbereiders meebetalen komt dat ook de continuïteit ten goede, en bovendien kan het IJscentrum dan volgens Colijn uitgroeien tot het kenniscentrum van de branche. ‘Dat is ook nodig om de vakkennis op peil te houden. Er komen veel nieuwkomers in de branche die moeten op een goede ambachtelijk wijze worden opgeleid.’ Wel moet het ijscentrum op dezelfde low-budget wijze worden bestuurd als nu. ‘Op die manier komt al het geld de branche ten goede.’
Reclame en promotie
Een ander deel van het geld kan gebruikt worden voor promotie. ,,We worde als ijsbereiders nu een volwassen branche. Het zou bijvoorbeeld mooi zijn als je aan het begin in een landelijke campagne de opening van het ‘ijsseizoen’ kan aankondigen.’
Laatste kunstje
Colijn maakt zijn plannen bekend tijdens de beurs IJsvak die op zondag 2 maart start. De oprichting van zo’n vereniging moet het ‘laatste kunstje’ worden van de man die binnen afzienbare tijd afscheid neemt als voorzitter van de sector Fastservice en IJsbedrijven van KHN. ‘Hier wil ik nog vol mijn schouders onder zetten.’ Hij ambieert geen voorzitterschap maar ziet zichzelf in de rol van aanjager. ‘Ik wil absoluut geen 'gedateerde' man worden die zo nodig nog iets moet doen. We moeten geschikte mensen vinden die de kar kunnen trekken.’
