KFC is vanaf 1972 actief in ons land, maar timmert vooral de laatste jaren flink aan de weg. Het maakt momenteel zelfs een stormachtige periode door en laat een enorme omzetgroei zien. Er zijn 52 KFC-restaurants, terwijl er op korte termijn twee locaties in Leeuwarden en Almere-Buiten bij komen. De gezamenlijke omzet van de toen nog 49 vestigingen lag in 2015 op bijna €100 miljoen. Daarmee behoort KFC inmiddels tot de top van Nederlandse fastfoodbedrijven. Het neemt achter McDonald’s, Domino’s Pizza en Burger King plek 4 in.
De afgelopen jaren was de omzetgroei opvallend hoog.
‘In 2014 en 2015 scoorden we een plus van respectievelijk 9 en 5 procent. Als je de nieuwe restaurants bij de cijfers betrekt, was de groei vorig jaar zelfs 12 procent. Voor 2016 ziet het er opnieuw erg goed uit. De verwachting is een plus van 6 procent ten opzichte van afgelopen jaar. En als je de nieuwe KFC restaurants meetelt, is een stijging van 20 procent reëel. Daar zijn we met zijn allen enorm trots op.’
Heb je een verklaring voor het huidige succes?
‘Dat heeft met verschillende factoren te maken. De basis van de opmars is 4 jaar geleden gelegd. Tot die tijd werden de Nederlandse restaurants aangestuurd vanuit Duitsland. In 2012 ging Nederland als zelfstandige bedrijfsunit verder. Het effect van de koerswijziging mag je niet onderschatten. We zijn sindsdien baas in eigen huis en kunnen ons eigen beleid bepalen. Er zijn weliswaar overeenkomsten met Duitsland, maar zeker ook verschillen. Daarop kunnen we nu beter en actiever inspelen. Er is
directe betrokkenheid en de marketing kan relevanter worden ingezet. Het werkt allemaal een stuk efficiënter.’
Efficiency zal niet de enige reden zijn...
We zijn een moderne, dynamische organisatie dat met authentieke producten inspeelt op gemak en beleving. Het succes heeft zeker ook met passie te maken. Onze bedrijfscultuur wordt niet alleen zichtbaar met een poster boven de deur, maar is echt tot leven gekomen. De medewerkers worden goed en gericht opgeleid, zijn betrokken en vooral erg gastvrij. We scoren ook als werkgever hoog en behoren tot de top-25 van beste werkgevers van ons land. Mede daardoor is het personeelsverloop erg laag. Bij kantoormedewerkers en managers ligt het onder de 10 procent, terwijl het verloop van andere medewerkers rond de 40 procent ligt.’
Maar waar heeft het nog meer mee te maken dan?
‘Zoals gezegd is de strategie gewijzigd. We opereren zelfstandig en bereiken zo een hoger niveau. Dat komt ook door de prima wisselwerking met onze franchisepartners. Er is sprake van een gedegen overlegstructuur, waarbij zij een duidelijke stem hebben. Maar de kern blijft natuurlijk het product in combinatie met de bereidingswijze. De focus ligt op vers bereid kippenvlees met een unieke smaak. Daarin onderscheiden we ons en dat weten we goed te vermarkten, nog beter ook dan voorheen. Kip is
populair en dat neemt alleen nog maar toe. Daarnaast vormt de beleving in onze restaurants een sterk punt, dat zie je terug in service en comfort. Gasten moeten zichzelf voelen, dan zijn ze het gelukkigst. We willen voor dat geluksmoment zorgen. Gezellig samen uit een bucket eten bijvoorbeeld, speelt daar ook een rol in.’
KFC stelt hoge eisen aan nieuwe locaties, toch is een flinke groei het uitgangspunt.
‘We zijn inderdaad kritisch. Met een omzet van ruim €2 miljoen per vestiging moet dat ook wel. Doel is een groei van vijf tot tien nieuwe restaurants per jaar. Dat moet haalbaar zijn. Daarvoor zoeken we overigens goede franchisepartners, want de meeste restaurants zijn in handen van franchisers. De focus ligt op kwalitatieve groei, waarbij de organisatie ondersteuning biedt en uitstekende randvoorwaarden schept. Franchisepartners moeten denken aan een investering van €1 tot €1,5 miljoen per restaurant, waarbij een eigen vermogen van ongeveer 4 ton nodig is.’
Waar komen de nieuwe KFC-restaurants?
‘Het is de bedoeling om de groei te versnellen. De tijd is er rijp voor. Op termijn moet dat resulteren in 150 tot 200 restaurants in Nederland. Daarom kijken we nauwlettend naar aantrekkelijke locaties in stadsgebieden, wijkcentra, retailparken en in stations, pretparken en luchthavens. We gaan voor
landelijke dekking.’
