Wedstrijdteams moeten krachten bundelen

Wedstrijdteams moeten krachten bundelen

De Nederlandse koks en patissiers die meedoen aan de internationale tweejaarlijkse wedstrijden in Lyon zouden de handen ineen moeten slaan, vindt patissier Jeroen Goossens.

‘We zouden onze organisatie kunnen bundelen en samen een trainingskeuken kunnen realiseren waar beide teams kunnen oefenen’, vindt Goosens als Misset Horeca hem spreekt in Lyon waar hij als toeschouwer aanwezig is op de Coupe du Monde de la Pâtisserie op 23 en 24 januari in Lyon.

Maar liefst vijf keer deed Goossens mee aan de tweejaarlijkse patisseriewedstrijd die vooraf gaat aan de tweejaarlijkse kookwedstrijd om de Bocuse d’Or, dit jaar op 25 en 26 januari. Beide mondiale, prestigieuze competities vinden op dezelfde locatie plaats tijdens de horecavakbeurs Sirha. Ze worden als Olympische Spelen voor koks en patissiers gezien.

Mallen

Goossens ziet veel voordelen in het samenwerken tussen de Nederlandse wedstrijdkoks en patissiers. ‘We zouden samen apparatuur kunnen regelen en kunnen leren van elkaar.’ Toen Wim Klerks in 2009 meedeed aan de Bocuse d’Or, maakte Goossens mallen voor hem. Ook bezocht Klerks de door Goossens nagebouwde wedstrijdkeuken. Ook in het genereren van aandacht van de media en sponsors kan een gezamenlijke organisatie van pas komen.

Voor de Nederlandse deelnemer aan de Bocuse d’Or 2011, Marco Poldervaart (Gastronoom, Harlingen), heeft de wedstrijdpatissier wel een paar tips. ‘Houd je aan exact aan de wedstrijdregels want de Fransen zijn streng en laat je door niks en niemand afleiden bij de wedstrijd.’ Zijn belangrijkste advies: ‘winnen is een kwestie van geen fouten maken.’