De ‘Ch’ti Fritirie’ is een rijdende frietkar. Maar dan wel eentje met flink wat pk’s om de zware rally uit te kunnen rijden. Door de bakapparatuur weegt de wagen zo’n 150 kilogram meer dan normaal.
‘Dat betekent dus versterkte ophanging, veren, enzovoort’, zegt de Franse coureur Hervé Diers van de snacksportwagen. ‘Het is zo dat de olie tijdens het rijden niet in de frietketel blijft staan. We bewaren dat in containers. En de gebruikte olie wordt gerecycled als brandstof. We rijden op tien procent plantaardige benzine’.
Curryworst
Diers, die zelf werkzaam is voor een leverancier van snackwagens, serveert niet alleen frites, maar ook curryworst, sauzen en andere snacks. ‘Maar, we moeten het allemaal ter plaatse kopen. Want je mag geen voedingsmiddelen meenemen naar Argentinië’.
Argentinië is een van de ‘vreemde’ landen die Parijs-Dakar aandoet. De rally, die van 3 tot en met 18 januari plaatsvindt, wordt namelijk grotendeels afgelegd in Zuid-Amerika. Dit vanwege politieke instabiliteit en terreurdreiging in Noord-Afrika.
De ‘Ch’ti Friterie’ zal gedurende de race vier maal de achterklep openen om frites te bakken. Dat is in Le Harve, waar het voertuig wordt verscheept naar Zuid-Amerika, bij de start en aankomst in Buenos Aires en op de rustdag in de Chileense plaats Valparaiso.
