Dat meldt het Algemeen Dagblad.
Bogers vindt dat hij ten onrechte van een voorlopige vijfde plaats uiteindelijk op de zestiende plaats eindigde in de AD friettest van 2016. Volgens hem was vooraf gecommuniceerd dat gedurende de testperiode twee jurybezoeken zouden plaatsvinden. De jury kwam echter nog een derde keer proeven omdat De Pomp in de voorlopige top-5 was beland.
Lager cijfer
Anders dan de eerste twee was het derde bezoek onaangekondigd en viel het ook buiten de testperiode. De Pomp kreeg deze dag een lager cijfer van de jury en daalde daardoor elf plaatsen in de ranglijst. Dat is vreemd, zegt Bogers, omdat de nummer zes – die maar twee keer is bezocht – daardoor in de top-5 eindigde.
Het AD zegt zich aan de spelregels gehouden te hebben. Een plek in de voorlopige top-5 is geen garantie dat deelnemers dan ook bij de eerste vijf eindigen, zo meldde de krant eerder.
Andere aardappel
Volgens Bogers heeft de lagere score na het derde bezoek te maken met het feit dat er net die dag een andere aardappel werd gebruikt dan de vertrouwde Agria-aardappel. Dit ras had veel glazige aardappels, verklaarde Bogers, en daarom stapte hij voor drie dagen over op een iets minder goed ras. 'Dat hebben we bewust gedaan ná de testperiode', zo zei Bogers eerder tegen Snackkoerier.
Pech voor Bogers
De rechter kon zich in september echter niet vinden in het argument van de ondernemer. ‘Pech voor Bogers dat die derde test net werd gehouden op één van de drie dagen dat hij aardappels van mindere kwaliteit gebruikte, maar dat was het ook voor de klanten die toen friet bij hem afnamen.’
Het hoger beroep van Bogers tegen de AD friettest dient op 10 januari.
Is de eigenaar van cafetaria De Pomp in Eindhoven een slechte verliezer? Lees hier zijn antwoord.
