Horecabaas Veerman wil deuren rampgebouw toch openen

De Volendamse horecabaas Jan Veerman wil de deuren van het gebouw waar vorig jaar de nieuwjaarsbrand woedde toch openen. Veerman heeft dit kenbaar gemaakt in een brief die zijn advocaat namens hem aan het gemeentebestuur van Edam-Volendam heeft gestuurd.

Volgens een woordvoerder van de gemeente Edam-Volendam blijkt uit de brief dat Veerman op zijn eerder ingenomen standpunt terugkomt vanwege stagnatie in de besluitvorming. De cafébaas heeft aangeboden het gebouw, waarin ook café De Hemel zich bevond, gesloten te houden als de gemeente bereid is een naastgelegen gebouw een horecabestemming te geven. Dit laatste vormt tevens een belangrijk element in het voorstel van Veerman de slachtoffers en nabestaanden financieel te compenseren voor het aangebrachte leed.

Het college van burgemeester en wethouders maakte voor het zomerreces kenbaar in principe te willen meewerken aan de plannen van Veerman. De gemeenteraad moet zich echter nog over de kwestie uitlaten. Bovendien heeft het college Veerman laten weten dat de procedure voor het wijzigen van het bestemmingsplan een jaar kan duren. Volgens de horecabaas duurt dit te lang. In de brief geeft hij aan te willen voorkomen door omzetverliezen in een financieel risicovolle positie terecht te komen. Hij benadrukt wel dat hij de horecagelegenheden, gezien de gevoeligheden, slechts tijdelijk in gebruik wil nemen. Daarbij gaat het om twee van de drie cafés die in het gebouw waren gevestigd, de Wir-War Bar en de Blokhut. Het op de bovenste verdieping gelegen Café De Hemel, waar de ramp plaats had, blijft gesloten.

De gemeente Edam-Volendam kan Veerman bij zijn plannen weinig in de weg leggen. Veerman heeft een gebruiks- en een nieuwe horecavergunning nodig, maar de woordvoerder van de gemeente omschrijft dit als ‘formaliteiten’. Het college van B en W in Edam-Volendam heeft de brief van Veerman toegevoegd aan de lijst met ingekomen stukken die donderdagavond op de agenda van de gemeenteraad staat. Dan beslist de raad of de brief inhoudelijk wordt besproken. Het college stelt de raad voor dit niet te doen en eerst burgemeester en wethouders een standpunt te laten innemen. De raad kan dit dan in een later stadium doen.