Tips voor brandpreventie

AlgemeenOntwikkel een ontruimingsplan zodat bekend is welke procedures gevolgd moeten worden bij een brand. Laat nooit meer mensen binnen dan op grond van een vergunning of uit veiligheidsoverwegingen aanwezig mogen zijn. Zorg voor noodverlichting als de stroom uitvalt en controleer regelmatig of deze functioneert. Check voor openingstijd of aan alle veiligheidseisen is voldaan (nooduitgangen niet

Algemeen
Ontwikkel een ontruimingsplan zodat bekend is welke procedures gevolgd moeten worden bij een brand.

Laat nooit meer mensen binnen dan op grond van een vergunning of uit veiligheidsoverwegingen aanwezig mogen zijn.

Zorg voor noodverlichting als de stroom uitvalt en controleer regelmatig of deze functioneert.

Check voor openingstijd of aan alle veiligheidseisen is voldaan (nooduitgangen niet geblokkeerd, werken de brandmelders).

Personeel
Zorg dat het personeel herkenbaar is voor bezoekers. Dit heeft als voordeel dat in noodgevallen direct duidelijk is wie het aanspreekpunt is.

Instrueer het personeel hoe te handelen bij brand (waar staan brandblussers, hoe werken ze enzovoort).

Volg een cursus brandhulpverlening en EHBO (op grond van het Arbobesluit is de horecaondernemer verplicht een of meerdere werknemers aan te wijzen als bedrijfshulpverlener).

Afval en emballage
Laat afval en oude emballage zo veel mogelijk dagelijks afvoeren naar een geschikte verzamelplaats.

Leeg asbakken bij voorkeur in een metalen asverzamelaar.

Verzamel afval bij voorkeur in metalen afvalcontainers en –bakken met deksel.

Plaats afvalbakken en containers niet op plaatsen waar een brandje direct een flinke schade kan veroorzaken: dus niet onder schakelkasten, bij computers of bij regelapparatuur.

Sla verzameld afval op in een brandwerend afgescheiden afvalruimte met een zelfsluitende brandwerende toegangsdeur.

In de afvalruimte moeten blusmiddelen aanwezig zijn.

Voorzie de afvalruimte bij voorkeur van automatische blussing in de vorm van één sprinklerkopje per containeropstelplaats, aangesloten op de waterleiding; met een stromingsschakelaar kan een meldsignaal worden verkregen.

Verzamel de afval buiten in metalen afvalcontainers. Deze moeten goed afsluitbaar en verankerd zijn door middel van hangsloten.

Plaats de afvalcontainers niet tegen gevels maar op een veilige afstand (ten minste vijf meter) van gebouwen.

Zorg voor een goede terreinverlichting.

Interieur
Bevestig versieringen met onbrandbaar materiaal.

Zorg dat de versieringen een brandvertragende behandeling hebben gehad.

De ruimte tussen het vloeroppervlak en de aangebrachte versiering (bijvoorbeeld op wanden of plafond) moet minimaal 2.50 meter zijn.

Gebruik brandveilige asbakken (dubbele rand) en zelfdovende (metalen) afvalbakken.

Zet veilige (metalen) kaarsenstandaards op een vaste, stevige plek.

In de keuken
Zorg dat er een blusdeken is.

Vet en vuil op de filters in de afzuigkap kunnen vlam vatten. Maak ze regelmatig schoon of vernieuw ze.

Oud of vervuild frituurvet ontbrandt eerder dan schoon vet. Ververs olie of vet dus regelmatig.

Zet de stelen van de pannen die op het gas of kookplaat staan naar achteren zodat niemand er tegenaan loopt of ze omstoot.

Laat pannen met vet of olie nooit op het brandende fornuis of kookplaat staan. De temperatuur kan zo hoog worden dat het vet of olie spontaan ontbrandt.

Uitgangen
Controleer of alle nooduitgangen goed zichtbaar zijn.

Houd vluchtroutes altijd begaanbaar: check of de nooduitgangen niet geblokkeerd worden door bierkratten, fusten of andere opslag.

Elke ruimte die voor publiek toegankelijk is, dient minstens twee uitgangen te bezitten.

De uitgangen dienen zo ver mogelijk van elkaar gelegen te zijn.

Indien de nooduitgang uitkomt op een binnenplaats of buitengang dient ervoor gezorgd te worden dat het publiek zich kan oriënteren.

Zorg dat de vluchtwegen altijd stroef zijn (in wintertijd ijzel op de buitentrap verwijderen).

Gordijnen voor deuren dienen zodanig te zijn aangebracht dat zij met de deuren meedraaien.

In geval van brand
Verspil geen tijd met het verzamelen van spullen.

Blus een brand altijd met de windrichting mee.

Blus branden van beneden naar boven.

Blus met een poeder of CO²-toestel met korte stoten.

Blus grotere branden liever met meer toestellen tegelijk.

Loop na het blussen achterwaarts terug. Houd het toestel gereed in verband met een eventuele herontsteking.

Laat een blustoestel na gebruik direct hervullen door het onderhoudsbedrijf.

Krijgt u vlam in de pan? Zet meteen de afzuigkap uit en draai het gas uit. Doof de vlam in de pan door ze met een passende deksel te sluiten. Ook kunt u de vlam met een natte dweil of blusdeken doven. Blus nooit met water: het vuur verspreidt zich dan snel.

Algemeen
Ontwikkel een ontruimingsplan zodat bekend is welke procedures gevolgd moeten worden bij een brand.

Laat nooit meer mensen binnen dan op grond van een vergunning of uit veiligheidsoverwegingen aanwezig mogen zijn.

Zorg voor noodverlichting als de stroom uitvalt en controleer regelmatig of deze functioneert.

Check voor openingstijd of aan alle veiligheidseisen is voldaan (nooduitgangen niet geblokkeerd, werken de brandmelders).

Personeel
Zorg dat het personeel herkenbaar is voor bezoekers. Dit heeft als voordeel dat in noodgevallen direct duidelijk is wie het aanspreekpunt is.

Instrueer het personeel hoe te handelen bij brand (waar staan brandblussers, hoe werken ze enzovoort).

Volg een cursus brandhulpverlening en EHBO (op grond van het Arbobesluit is de horecaondernemer verplicht een of meerdere werknemers aan te wijzen als bedrijfshulpverlener).

Afval en emballage
Laat afval en oude emballage zo veel mogelijk dagelijks afvoeren naar een geschikte verzamelplaats.

Leeg asbakken bij voorkeur in een metalen asverzamelaar.

Verzamel afval bij voorkeur in metalen afvalcontainers en –bakken met deksel.

Plaats afvalbakken en containers niet op plaatsen waar een brandje direct een flinke schade kan veroorzaken: dus niet onder schakelkasten, bij computers of bij regelapparatuur.

Sla verzameld afval op in een brandwerend afgescheiden afvalruimte met een zelfsluitende brandwerende toegangsdeur.

In de afvalruimte moeten blusmiddelen aanwezig zijn.

Voorzie de afvalruimte bij voorkeur van automatische blussing in de vorm van één sprinklerkopje per containeropstelplaats, aangesloten op de waterleiding; met een stromingsschakelaar kan een meldsignaal worden verkregen.

Verzamel de afval buiten in metalen afvalcontainers. Deze moeten goed afsluitbaar en verankerd zijn door middel van hangsloten.

Plaats de afvalcontainers niet tegen gevels maar op een veilige afstand (ten minste vijf meter) van gebouwen.

Zorg voor een goede terreinverlichting.

Interieur
Bevestig versieringen met onbrandbaar materiaal.

Zorg dat de versieringen een brandvertragende behandeling hebben gehad.

De ruimte tussen het vloeroppervlak en de aangebrachte versiering (bijvoorbeeld op wanden of plafond) moet minimaal 2.50 meter zijn.

Gebruik brandveilige asbakken (dubbele rand) en zelfdovende (metalen) afvalbakken.

Zet veilige (metalen) kaarsenstandaards op een vaste, stevige plek.

In de keuken
Zorg dat er een blusdeken is.

Vet en vuil op de filters in de afzuigkap kunnen vlam vatten. Maak ze regelmatig schoon of vernieuw ze.

Oud of vervuild frituurvet ontbrandt eerder dan schoon vet. Ververs olie of vet dus regelmatig.

Zet de stelen van de pannen die op het gas of kookplaat staan naar achteren zodat niemand er tegenaan loopt of ze omstoot.

Laat pannen met vet of olie nooit op het brandende fornuis of kookplaat staan. De temperatuur kan zo hoog worden dat het vet of olie spontaan ontbrandt.

Uitgangen
Controleer of alle nooduitgangen goed zichtbaar zijn.

Houd vluchtroutes altijd begaanbaar: check of de nooduitgangen niet geblokkeerd worden door bierkratten, fusten of andere opslag.

Elke ruimte die voor publiek toegankelijk is, dient minstens twee uitgangen te bezitten.

De uitgangen dienen zo ver mogelijk van elkaar gelegen te zijn.

Indien de nooduitgang uitkomt op een binnenplaats of buitengang dient ervoor gezorgd te worden dat het publiek zich kan oriënteren.

Zorg dat de vluchtwegen altijd stroef zijn (in wintertijd ijzel op de buitentrap verwijderen).

Gordijnen voor deuren dienen zodanig te zijn aangebracht dat zij met de deuren meedraaien.

In geval van brand
Verspil geen tijd met het verzamelen van spullen.

Blus een brand altijd met de windrichting mee.

Blus branden van beneden naar boven.

Blus met een poeder of CO²-toestel met korte stoten.

Blus grotere branden liever met meer toestellen tegelijk.

Loop na het blussen achterwaarts terug. Houd het toestel gereed in verband met een eventuele herontsteking.

Laat een blustoestel na gebruik direct hervullen door het onderhoudsbedrijf.

Krijgt u vlam in de pan? Zet meteen de afzuigkap uit en draai het gas uit. Doof de vlam in de pan door ze met een passende deksel te sluiten. Ook kunt u de vlam met een natte dweil of blusdeken doven. Blus nooit met water: het vuur verspreidt zich dan snel.