Dat meldt De Stentor. Oorzaak van het tumult is de uitspraak van de rechtbank over paracommercie in dorpshuizen, na een klacht van het Bureau Eerlijke Mededinging (BEM). Uitbater Margreet van de Brink van zalencentrum De Brink is bedreigd door onbekenden met de mededeling de horecaondernemers het ziekenhuis in worden geslagen. ‘We worden klootzakken genoemd die mensen hun pleziertje zouden afnemen in het dorpshuis. Nee, dit is niet leuk. Ik heb een gezin en je weet natuurlijk niet wat ze daarmee gaan doen’, aldus Van de Brink in De Stentor.
Boycot
De bedreigingen en aankondigingen van een boycot komen kort na de uitspraak van de rechtbank in Zutphen. Het BEM had de zaak aanhangig gemaakt vanwege paracommercie in twee dorpshuizen in de gemeente. De rechter besliste dat het afgelopen moet zijn met illegale horeca-activiteiten in dorpshuizen in de gemeente Oldebroek.
Een andere horecaondernemer, die uit angst voor represailles anoniem wenst te blijven, zegt dat de gemeente medeschuldig is aan de hetze die gaande is tegen de lokale horeca. ‘De gemeente is jarenlang in gebreke gebleven. De burgemeester wil nergens wat van weten.’
Hetze
Loco-burgemeester Gerrit Jan Veldhoen wijst de een discutabele rol van de gemeente van de hand. ‘De burgemeester voert absoluut geen hetze’, aldus Veldhoen, die afstand neemt van de bedreigingen die aan het adres van horecaondernemers worden geuit. Burgemeester Zielhuis laat vanaf zijn vakantieadres weten eveneens afstand te nemen van de bedreigingen.
Inmiddels heeft Jeu Claes, directeur van KHN, zich persoonlijk bemoeid met de kwestie. Claes had begin deze week een gesprek met het college van B en W naar aanleiding van de bedreigingen. Ook projectleider Arjen Hogervorst van BEM is bedreigd. Hij heeft te verstaan gekregen zich niet meer in Oldebroek te vertonen, anders wordt hij gekielhaald.
In een latere reactie heeft Veldhoen inwoners van Oldebroek opgeroepen om te stoppen met de bedreigingen aan het adres van horecaondernemers. 'Ik betreur dat het gebeurt en ik vind dat burgers dit absoluut niet moeten doen', benadrukt Veldhoen.
