In 2003 jaar nam het aantal hotelovernachtingen af met 7 procent, de eerste daling in tien jaar. Boosdoeners waren de oorlog in Irak, de SARS-epidemie (longziekte) en de economische teruggang. In moeilijke tijden bezuinigen consumenten vaak op stedentripjes, die zij als een extra vakantie zien. In totaal brachten 10,1 miljoen toeristen, dagjesmensen en congresgangers een bezoek aan Amsterdam.
De gemiddelde bezettingsgraad van hotelkamers behoort met 75 procent nog wel tot de hoogste van Europa. De meeste concurrenten van Amsterdam scoren minder, zoals Berlijn met een kamerbezetting van 66 procent en Wenen met een bezetting van 65 procent.
De teruggang was niet alleen te merken in de hotels, maar ook in de omzet van restaurants, winkels en warenhuizen. Alle topattracties en de grote musea kregen vorig jaar minder bezoekers. Het aantal mensen dat in een rondvaartboot stapte, daalde met 8 procent naar 2,75 miljoen. Dierentuin Artis zag het aantal bezoekers met bijna eenderde afnemen tot 888.500.
Directeur S. Diender van het ATCB rekent erop dat het dieptepunt achter de rug is. 'De eerste maanden van dit jaar zagen er niet echt goed uit, maar vanaf mei zien we een stabilisatie. Ik denk dat we de bodem nu hebben bereikt.' Hij verwacht dat toeristen de terreurdreiging steeds meer zien als een 'fact of life' en dat die dreiging een minder grote rol gaat spelen in de toekomst.
Door de terreurdreiging en de Irak-oorlog meden veel Amerikanen vorig jaar Amsterdam, maar nu speelt de dure euro de Amerikanen parten. 'Ter compensatie richten we ons op de dichtbijmarkten', aldus Diender. 'Met impulscampagnes richten we ons op Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje.' Na de Britten vormen de Amerikanen de grootste groep van buitenlandse bezoekers.
