Wijkhotels als proef in probleemwijken

Wijkhotels als proef in probleemwijken

In Nederlandse volkswijken wordt op kleine schaal geëxperimenteerd met zogeheten wijkhotels in woningen. De hotels moeten deze probleemwijken positief op de kaart zetten. Er zijn al vier wijkhotels opgestart. Of deze ook omzet weghalen bij de reguliere hotels is niet bekend.

De hotels zijn veelal opgezet met behulp van buurtbewoners. Ze leveren het ontbijt, wassen het beddengoed, knippen eventueel je haar of vermaken je met een kamerconcert. ‘De wijk is het hotel,; zegt Iebel Vlieg van Hotel Thuispaleis in de Tarwewijk in Rotterdam-Zuid.

Dit hotel opende begin december. Vlieg: ‘Je wordt er niet rijk van. We moeten het financieel ondersteunen, maar verwachten dat het hotel zich in twee jaar zelf kan bedruipen. We proberen de kosten laag te houden.’

In de Tarwewijk, waar veel problemen inmiddels zijn opgelost, wonen veel thuiswerkers. Die krijgen met het project extra werk en dus inkomsten, maar ook meer contact met buurtgenoten. Zwolle onderzoekt of een soortgelijk hotel haalbaar is. Rond de zomer moet dat duidelijk zijn.

Hotel Kus en Sloop

In de Haagse buurt Transvaal opende in 2007 voor circa 1,5 jaar een wijkhotel. Daar konden gasten een kamer huren in een slooppand, waar kunstenaars en lokale winkeliers de ruimtes omtoverden tot slaapvertrekken. ‘Het was een eenmalig kunstenaarsproject. We experimenteren veel in de stad, maar de kosten wogen niet op tegen de baten’, aldus een gemeentewoordvoerder.

Aan de Pretorialaan in de Afrikaanderwijk, draait het succesvolle hotel Kus & Sloop. Onder die naam zijn vijf woningen die moeten worden opgeknapt, ingericht als hotelkamer. Het project is volgens initiatiefnemer, woningcorporatie Vestia, zeer succesvol. ‘Deze maand hebben we meer dan negentig overnachtingen gehad’, aldus manager Liesbeth Groeneveld.

In de Groningse Korrewegwijk zijn vorig jaar woningen tot hotelkamer ingericht als werkervaringsplek. ‘We hebben drie bovenwoningen en een benedenhuis. In totaal zijn er negen kamers beschikbaar’, vertelt projectleider Gijs Jansen. Het project Stee in Stad wordt nu nog ondersteund met welzijnssubsidie, maar die is eindig. ‘We moeten nog hard werken aan de naamsbekendheid, omdat we over drie jaar rendabel moeten zijn.’

De bezettingsgraad lag afgelopen jaar op 27 procent, terwijl op 50 procent was gerekend. De kans is aanwezig dat dit goedbedoelde initiatief het uiteindelijk niet redt. Dat ligt volgens Jansen aan onvoldoende marketingbudgetten om Stee in Stad op de kaart te zetten.