Het donkere, vettige bier werd tussen 1862 en 1949 gebrouwen in de Amsterdamse brouwerij De Gekroonde Valk, rond 1900 de grootste van Amsterdam, groter dan Amstel en Heineken.
Toenmalig brouwerijdirecteur Willem Hovy maakte zich als streng gelovige zorgen om het toenemende gebruik van vooral sterke drank als jenever. Hij bedacht een calorierijk Angelsaksisch bier met ‘gezonde’ ingrediënten als visolie en azijn, waarvan zijn werknemers wekelijks een kratje meekregen.
Heineken
De brouwerij werd in 1949 gekocht door Heineken, die daarmee ook de recepten en brouwrechten van Van Vollenhovens Stout kreeg.
Heineken brouwde elk jaar zo’n 1400 hectoliter van wat Van Vollenhovens Extra Stout werd genoemd, maar wat niet leek op het origineel door een totaal andere bereidingswijze. In 2002 stopte Heineken volledig met het gezondheidsbier.
Drie ketels
Stichting De Gekroonde Valk maakt zich sinds tien jaar hard het bier weer op de markt te krijgen, en heeft samen met Heineken besloten het bier toch weer te gaan brouwen, maar in een andere brouwerij.
Uit de recepten bleek dat voor de goede bereiding een speciale brouwinstallatie met drie ketels nodig was, een systeem dat eigenlijk geen brouwerij meer gebruikt, behalve De Schans in Uithorn.
Toch was het ook voor de brouwmeesters daar lastig de oorspronkelijke stout te benaderen omdat in het recept niet werd vermeld welke gist exact gebruikt werd of waar de zwartmout vandaan kwam, factoren die cruciaal zijn voor de uiteindelijke smaak.
Gouden Pint
Eind 2006 werd de beste benadering gehaald, en vorige week werd voor de tweede keer een bescheiden hoeveelheid gebrouwen voor het Amsterdamse café De Pilsener Club, beter bekend als De Engelse Reet, en een slijterij in Uithoorn.
De stichting kreeg eerder dit jaar De Gouden Pint 2007, een tweejaarlijkse aanmoedigingsprijs voor bierinitiatieven.
Twee weken geleden werd ook bekend dat na twintig jaar afwezigheid Hengelo Bier weer terug is.
Zie ook:
