Drie grote banken over crisis: horeca is door dieptepunt maar herstel duurt jaren

Drie grote banken over crisis: horeca is door dieptepunt maar herstel duurt jaren

De cijfers van individuele bedrijven geven een aardige indicatie van hoe het gaat met de sector. Maar banken hebben nog veel meer data: alle pinbetalingen, financieringen, bedrijven in Bijzonder Beheer. Dus vroegen we de drie grote banken - ING, ABN Amro en Rabobank - hoe het er nu écht voorstaat met de Nederlandse horeca, en waar het volgens die banken naartoe gaat. Hun visie op de crisis.

Drie grote banken over crisis: horeca is door dieptepunt maar herstel duurt jaren

Samen hebben ING, ABN Amro en Rabobank een marktaandeel van ruim 90 procent in de horeca: bijna elke ondernemer doet zaken met één van de ‘grote drie’. Hierdoor bieden de cijfers die deze banken hebben over de sector een goede mogelijkheid om zogezegd een thermometer in de horeca te steken. Hoe staat het ervoor? Waar zien de banken tekenen van herstel en welke kansen hebben ondernemers dat te versnellen? Wat is de verwachting van die banken wat betreft faillissementen en financieringen? En wanneer denken de banken dat we met z’n allen weer uit het coronadal geklauterd zijn? Drie sectorspecialisten over banken en corona.

Huidige situatie

‘Uit alle recente cijfers blijkt dat de horeca het dieptepunt is gepasseerd’, zegt Sjuk Akkerman, sector banker Leisure ING Bank. Tegelijkertijd is de weg terug nog lang, zegt hij er meteen bij. Zo ziet ING bijvoorbeeld in zijn data dat het aantal pintransacties in cafés en restaurants eind juni nog 35 procent lager lag dan een jaar eerder. Daarmee blijft de sector fors achter op het gemiddelde over alle sectoren, wat nog 10 procent achterligt op een jaar geleden.

In de eerste vijf maanden van 2020 zijn 147 horeca­bedrijven failliet gegaan, in heel 2019 waren dit er zo’n 200

In april zagen logiesverstrekkende bedrijven slechts 5 procent van het normaal aantal gasten, al waren mei en juni al iets minder dramatisch. ‘Het wegblijven van veel zakelijke gasten en buitenlandse toeristen zal zich echter het hele jaar laten voelen. Nederlanders die dit jaar voor een vakantie in eigen land kiezen, kunnen een deel van de pijn verzachten’, zegt Akkerman. Ook wisten restaurants gederfde inkomsten van de lockdown enigszins te compenseren met initiatieven als maaltijdbezorging.

Maar de klap van de sluiting half maart kwam, niet verrassend, keihard aan. In de eerste week van die lockdown werd 73 procent minder besteed bij restaurants dan dezelfde week een jaar eerder, becijfert sector banker Leisure Stef Driessen van ABN Amro. Onder meer door dat bezorgen, kroop de omzet omhoog. Eind mei was die ‘nog maar’ 52 procent lager dan eind mei 2019.

Dit cijfer geeft ook Jos Klerx, sectorspecialist Horeca en Recreatie bij Rabobank. ‘In de horeca wordt maximaal 50 procent van de omzet gehaald die normaal in deze periode gehaald wordt. En omzet zegt niet alles, je moet ook goed naar de onderliggende cijfers kijken om er conclusies aan te kunnen verbinden.’

Maaltijdbezorgen

Wel verzachtte maaltijdbezorging de pijn dus enigszins. Op een gegeven moment was de omzet van online bestelde bezorgmaaltijden volgens Driessen zelfs 126 procent hoger dan vorig jaar. Wel is Klerx van mening dat het starten met bezorgen voor restaurants die dat voorheen niet deden, niet voor de omzet is. ‘Het werd vooral gedaan om bij gasten in het vizier te blijven, in de hoop dat zij snel weer zouden terugkeren na de heropening.’

En dat lijkt voor een deel uit te komen. ‘Uit de geanonimiseerde transactiedata van klanten van ABN AMRO blijkt dat de bestedingen in de horeca de afgelopen weken flink zijn toegenomen’, zegt Driessen. ‘Zo bedraagt de afname van de omzet van restaurants in juni ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar nog maar 7 procent.’

Daar tegenover staan bijvoorbeeld supermarkten die hun omzet uit online boodschappen doen begin mei zagen toenemen tot zelfs 380 procent van het niveau een jaar eerder. Ook in de fysieke winkels lag de omzet sinds de afkondiging van de lockdown tussen de 17 en 45 procent hoger dan dezelfde week een jaar geleden. ‘De distributie van partijen als Albert Heijn en PicNic wordt bovendien steeds fijnmaziger. Hoewel niet iedere horecaondernemer dit zo ziet, zijn dit óók grote concurrenten van de branche. Het wordt nog een hele kluif om het thans verloren ‘maagaandeel’ weer terug te veroveren.’

En Driessen verwacht dat de consumentenbestedingen in Nederland pas in 2022 weer op het niveau van 2019 liggen. Naast
1,5 meter-economie spreekt ABN Amro dan ook van een 95 procent-economie: de economie zal maximaal herstellen tot 95 procent van wat het was voor corona.

Herstel

In het traject van herstel wordt de pijn niet evenredig verdeeld, stelt Driessen. Zo zijn hotels voor 51 procent afhankelijk van buitenlandse toeristen, met als uitschieter Amsterdam (84 procent). Onder meer de 16,1 procent Britse hotelgasten en 10,7 procent Amerikaanse hotelgasten die Amsterdam in 2019 bezochten, kampen voorlopig nog met strenge reisbeperkingen. Al is het maar doordat slechts 15 procent van de vluchten wordt uitgevoerd. ‘Wij verwachten dat het internationale toerisme daardoor pas in 2023 weer op het niveau van 2019 ligt.’

Maar, benadrukt Driessen, er is alle reden om uit te gaan van herstel. Ondanks twee diepe meerjarige economische recessies, pandemieën zoals SARS en MERS en ondanks diverse terroristische aanslagen bedroeg de gemiddelde jaarlijkse groei van de wereldwijde toeristische bestedingen in de periode 1995 – 2019 liefst 5,9 procent per jaar.

In een zwaar getroffen sector als de horeca is het verlangen naar ‘normaal’ heel sterk, erkent Thijs Geijer, sectoreconoom Leisure ING Bank. ‘Over de snelheid van het herstel moeten we echter ook realistisch zijn. Wij verwachten dat een terugkeer naar de omzetniveaus van 2019 nog zeker tot eind volgend jaar kan duren en wellicht nog langer.’ Op de korte termijn blijft de omzet gedrukt worden door de nog geldende coronamaatregelen, de toegenomen voorzichtigheid bij consumenten en de sterke terugval van het internationale reisverkeer. ‘Verder zal de werkloosheid in de tweede helft van dit jaar en volgend jaar oplopen en dat pakt ongunstig uit voor de consumentenbestedingen.’

Klerx van Rabobank is zelfs nog wat voorzichtiger. ‘Ik denk dat we pas in 2023 of zelfs 2024 een volledig herstel zien voor de horeca. Zeker omdat het grotendeels wegvallen van de zakelijke markt dat herstel enorm vertraagt.’

Toekomst van de sector: risico’s en kansen

Ook Klerx ziet dat het herstel locatie-afhankelijk is. ‘Hotels aan de kust zitten alweer op het niveau van 2019, sommigen doen het zelfs beter dan voorheen. Kusthotels zien traditioneel al veel gasten uit Nederland en de omliggende landen, en dat zijn er met de huidige beperkingen voor verre reizen nog meer dan anders. Maar hotels in grote steden, die meer afhankelijk zijn van zakelijke bijeenkomsten en toeristen van verder weg, blijven achter. De bezetting begint wel weer op peil te komen, maar ze halen bij lange na niet de gemiddelde kamerprijzen van voorheen.’

Voor de meeste hotels geldt dat ze cashflowneutraal zijn vanaf 53 tot 55 procent bezetting, zegt Driessen. ‘Dat is een lichtpuntje. Door de schaalvergroting, digitalisering, toenemende professionalisering én door de vergrijzing in Europa zijn de hotels de afgelopen jaren bovendien winstgevender geworden.’ Per juli 2020 lukt het veel hotels die zich richten op Nederlandse, Duitse en Belgische toeristen om deze minimale bezetting te realiseren, ziet hij.

ABN Amro verwacht dat de klap in de hoofdstedelijke hotellerie vanaf september zijn intrede doet. Dan blijven zakelijke gasten deels weg, als gevolg van geannuleerde evenementen. ‘Een deel van de hotels zal van eigenaar verwisselen. De grote hoteleigenaren worden dan groter. Slechts een klein deel van de hotelcapaciteit zal zich gaan richten op extended stay en semipermanente verhuur. Dat kan wél aantrekkelijk zijn.’ Nederland heeft nog altijd een tekort van 331.000 woningen, becijferde ABM Amro in juni.

Faillissementen

‘En bij cateraars, restaurants, lunchrooms en cafés wordt de klap nóg groter’, vervolgt Driessen. In de eerste 5 maanden van 2020 zijn 147 horecabedrijven failliet gegaan, terwijl dit er in heel 2019 zo’n 200 waren. ‘Dit is de stilte voor de storm.’

Volgens Koninklijke Horeca Nederland staat per juni 2020 de helft van alle horecazaken op omvallen. In de conjunctuur-enquête van het CBS verwacht per juli 2020slechts 33 procent van de horecaondernemers het nog maximaal 5 maanden vol te houden. Slechts een kwart verwacht na 12 maanden nog te bestaan.

Van de restaurants die tijdens de financiële crisis van 2008 failliet gingen, bestond 60 procent 3 jaar of korter. 45,2 procent bestond
2 jaar of korter. Jonge bedrijven hebben nog nauwelijks buffer kunnen opbouwen.

‘Veel hangt af van de steunmaatregelen per oktober 2020’, stelt Driessen. ‘De meeste van de huidige steunmaatregelen lopen dan af en ABN Amro verwacht dat nieuwe maatregelen van de overheid minder uitgebreid zullen zijn. We rekenen in 12 maanden na oktober op een shake-out van zo’n 20 procent. De hardste klappen vallen dan in de natte horeca en de zaken zónder buitenruimte.’

Topje van de ijsberg

ING heeft geen prognose voor wat betreft het aantal faillissementen specifiek voor de horeca, zegt Akkerman. Wel bracht zijn bank recent een verwachting uit voor het totaal aantal faillissementen als gevolg van de coronacrisis. Daarin gaat ING uit van tot drie keer meer faillissementen dan gebruikelijk. ‘Het is belangrijk te beseffen dat faillissementen maar het topje van de ijsberg vormen. Zeker in de horeca zullen er veel ondernemers zijn die op een bepaald moment zelf beslissen om te stoppen met hun bedrijfsactiviteit. Dat aantal is veel groter dan het aantal faillissementen.’

Wat het risico op faillissementen verder kan vergroten, is het feit dat bijna elke ondernemer in coronatijd op enige manier zijn schuldenpositie heeft verhoogd. Al die overbruggings- en noodkredieten moeten een keer worden terugbetaald, net als de uitgestelde huur of aflossing op eerdere kredieten. Klerx: ‘Er zit wel liquiditeit in de markt, maar het terugbetalen van die kredieten vormt een risico. Zeker als in oktober de steunmaatregelen van de overheid stoppen.’

Hij voorziet dat de échte golf faillissementen en bedrijfsbeëindigingen dan pas komt. ‘In juni zagen wij 36 faillissementen in de horeca. Daar zit natuurlijk veel persoonlijk leed achter, maar het valt nog mee. Maar ik denk dat we er in het laatste kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021 veel meer gaan zien.’

Banken en corona

Bijzonder Beheer

Vóór een feitelijk faillissement zit vaak nog een andere fase, waarbij een ondernemer scherp wordt gevolgd door de afdeling Bijzonder Beheer van de bank. Bij ABN Amro valt de instroom bij die afdeling tot nu toe mee, zegt Driessen. ‘Die instroom had vooral betrekking op bedrijven die in de topjaren 2018 en 2019 al verlieslatend waren. In dat geval was bijfinancieren niet mogelijk en frequenter contact nodig.’
Ook Thijs Geijer van ING ziet dat ondernemers zich tot nu toe lijken te redden met de getroffen maatregelen. ‘Wij zien vooralsnog geen verhoogde instroom naar Intensief Beheer.’

Tijdens de financiële crisis werd bij ABN Amro tot 20 procent van het bedrijfsleven door de afdeling Bijzonder Beheer gevolgd. ‘Ik denk dat we ook in deze crisis vanaf september dit jaar een toename gaan zien van de instroom bij Bijzonder Beheer’, zegt Driessen. ‘Dat hoeft geen ramp te zijn. Bij die afdeling is veel kennis van maatregelen die de exploitatie én de financiële buffer van de onderneming kunnen verbeteren, waardoor weer perspectief ontstaat. Bovendien is de besluitvorming korter.’

Ook zijn volgens hem grotere horecazaken en hotels vaak eenvoudiger te redden dan kleine ondernemingen. ‘Voor grotere bedrijven is het vaker mogelijk verlieslatende onderdelen of vestigingen te sluiten. Ook zijn ze minder afhankelijk van één sleutelpersoon, bijvoorbeeld de eigenaar.’

Banken en corona: wel of niet financieren?

Alle drie de banken geven aan sinds de horecasluiting op 15 maart vooral bezig te zijn bestaande relaties van (nood)kredieten te voorzien en de overheidsregelingen te faciliteren. Nieuwe klanten komen er nauwelijks bij. ‘Voor het wegkapen van ondernemers bij andere banken – iets wat we graag doen – was vrijwel geen ruimte’, zegt Driessen. Ook hebben volgens hem veel horecaondernemers hun investeringen uitgesteld om ‘cash’ in hun onderneming te houden.

Overigens is het niet zo dat alleen wordt gefinancierd met overheidssteun, benadrukt hij. Uit cijfers van de Nederlandse Vereniging van Banken blijkt dat per 10 juli de banken gezamenlijk 155.000 ondernemingen hebben geholpen. Door het opschorten van rente, aflossingen, en met aanvullende kredietruimte. Hiermee is bijna €19 miljard aan liquiditeit vrij gekomen. Toch is slechts 1,3 miljard van deze €19 miljard verstrekt mét overheidsgarantie.

‘Binnen één week heeft ABN Amro de rente en aflossingen van bijna 100.000 kredietrelaties voor zes maanden bevroren’, zegt Driessen daarover. ‘Dat gaf veel ondernemers de nodige extra lucht. Ondernemers hoefden hier niets voor te doen. Alleen melden wanneer je er géén gebruik van wilde maken. De impact op onze bank was stevig, maar we kunnen dat hebben.’

Alleen krediet bij perspectief

Ook zegt hij dat de houding van de bank en de toetsing van kredietwaardigheid niet anders is als voorheen. ‘Wij zijn er voor onze relaties. In goede en in slechte tijden. Wel geldt dat méér krediet niet altijd de oplossing is. Datzelfde geldt voor het aanspreken van het privévermogen van de ondernemer. Dat moet hij of zij alleen doen als er voldoende perspectief is.’

Overigens mógen banken alleen een krediet verstrekken als er perspectief is. Als zij kunnen aantonen dat het krediet op termijn kan worden terugbetaald. De coronacrisis ontslaat de banken niet van hun zorgplicht en de eeuwenoude jurisprudentie die dit voorschrijft. ‘Ik verwacht niet dat de toetsing zwaarder wordt als de coronacrisis achter de rug is.’

En nu?

Hoe rampzalig een crisis als deze ook is, het biedt horecaondernemers ook kansen. ‘Ondernemers kunnen de horeca hernieuwd uitvinden’, zegt Klerx. Dat mensen meer thuiswerken, hoeft volgens hem niet nadelig te zijn. Wel voor bedrijfscateraars, maar daghoreca kan er garen bij spinnen. Ook kan het piekmomenten spreiden, denkt hij. Misschien geen massale vrijdagmiddagborrel meer, maar die gasten komen wellicht meer verspreid door de week. Net als dinergasten.

Ik denk dat we pas in 2023 of zelfs 2024 een volledig herstel zien voor de horeca

Daarnaast is een versnelde digitaliseringsslag zichtbaar als direct gevolg van corona. In hotels werd al hard gewerkt om het incheckproces te automatiseren, dat neemt nu een nog grotere vlucht, voorspelt Klerx. Net als bestellen (en betalen) middels QR-codes in cafés en restaurants. Gasten hoeven geen menukaart aan te raken, alleen hun eigen mobiele telefoon. Ook hoeft minder vaak een medewerker aan tafel te komen en ook betalen kan geheel contactloos.

ING adviseert ondernemers om de coronacrisis aan te grijpen het bedrijf te verduurzamen en zo in te spelen op de wensen van de gasten én kosten te besparen. ‘Kies bijvoorbeeld voor oplossingen die water en energie besparen en ga de voedselverspilling tegen’, zegt Sjuk Akkerman. ‘Binnen de sector heeft de markt voor thuisbezorgen een extra impuls gekregen, er liggen kansen om dat structureel en aanvullend op de normale omzet te blijven doen.’