De 56-jarige Volendamse horecabaas J.V., zijn 26-jarige dochter L. en de 35-jarige bedrijfsleider, J.V. (geen familie) worden verdacht van brand en dood door schuld en het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel. De drie kunnen maximaal zestien maanden celstraf krijgen.
In de nieuwjaarsnacht vierden ongeveer 250 jongeren, veel meer dan toegestaan, feest in café De Hemel. Kort na middernacht brak een korte maar felle brand uit toen een jongen een sterretje aanstak waardoor de niet geïmpregneerde kerstversiering vlam vatte.
Na de brand bleek dat V. geen gebruiksvergunning had. De gemeente had hem die in april 2000 geweigerd, omdat het pand niet voldeed aan de brandveiligheidseisen. De gemeente droeg V. op zijn zaakjes op orde te brengen, onder meer door de vluchtwegen te verbeteren en meer brandslanghaspels op te hangen.
V. had echter nauwelijks iets gedaan om die gebreken aan te pakken, behalve het indienen van een bouwaanvraag en het plaatsen van een noodtrap op 21 december 2000. De rechtszaak gaat zeven dagen duren. De uitspraak volgt vermoedelijk op 18 juli.
Vrijdag werd duidelijk dat V. samen met de gemeente Edam-Volendam is gedagvaard in een civielrechtelijke procedure. De Belangenvereniging Slachtoffers Nieuwjaarsbrand Volendam (BSNV) en 214 slachtoffers stellen V. en de gemeente aansprakelijk voor de gevolgen van de brand. Deze procedure kan enkele jaren gaan duren.
