Volgens de organisatie zijn in die sectoren wereldwijd bijna 510 miljoen ofwel 40 procent van alle werkende vrouwen werkzaam. Dat geldt voor bijna 37 procent van de mannen. Dat betekent dat vrouwen dus verhoudingsgewijs een groter risico lopen om hun baan en inkomen te verliezen.
Huishoudelijk werk en gezondheidszorg
Maar ook in huishoudelijk werk, gezondheidszorg en de sociale sector zijn meer vrouwen aan het werk. Zij hebben volgens de ILO daardoor ook een groter risico om besmet te raken met het coronavirus en de ziekte over te dragen en hebben minder kans op sociale bescherming.
De ILO stelt dat de mogelijkheid ontstaat dat 'een deel van de bescheiden vooruitgang die de afgelopen decennia op het gebied van gendergelijkheid is geboekt, verloren gaat en dat de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op het werk nog groter wordt.'
Aantal verloren werkuren
Verder meldt de VN-organisatie dat het wereldwijde aantal verloren werkuren door de crisis in het tweede kwartaal overeenkomt met 400 miljoen voltijdsbanen, wat hoger is dan eerder gedacht. Dat komt vooral door de verslechterde situatie rond het coronavirus in veel regio's in de afgelopen tijd, met name in opkomende economieën, waardoor veel bedrijven zijn gesloten. In het eerste kwartaal van dit jaar bedroeg dat cijfer het equivalent van 135 miljoen voltijdsbanen.
Banenverlies tweede helft van dit jaar
De ILO waarschuwt voor nog meer banenverlies in de tweede helft van dit jaar door de coronacrisis. Volgens de organisatie zal het erg onzekere herstel tijdens de tweede helft van dit jaar zelfs in het beste scenario niet voldoende zijn om terug te keren naar het niveau van voor de virusuitbraak.