Het is voor het tweede opeenvolgende jaar dat het aantal afnam. Het CBS schrijft de daling toe aan de toegenomen krapte op de arbeidsmarkt. Toch ligt het aandeel van flexwerk nog steeds hoger dan begin jaren negentig. In 1992 had 8 procent van alle werknemers een flexibel contract. In 2000 was dat 9 procent.
De zogeheten flexwerkers hebben een contract voor minder dan een jaar, of ze werken een wisselend aantal uren per week. Van de 530.000 flexwerkers werkten er 196.000 als uitzendkracht. Vooral jongeren waren flexibel inzetbaar. Een kwart van de werknemers tot 25 jaar was flexwerker. Bij werknemers boven de 25 jaar gold dat voor 6 procent. Vrouwen hadden ruim anderhalf keer zo vaak een tijdelijke of wisselend contract als mannen.