Frituren in palmolie minder populair; Remia verkoopt fabriek

Frituren in palmolie minder populair; Remia verkoopt fabriek
Foto: Koos Groenewold.

Het gebruik van frituurvet op basis van palmolie daalt, met name bij grotere fastfoodbedrijven. Remia heeft vanwege die ontwikkeling nu zijn olieraffinaderij in Rotterdam verkocht.

Sauzenfabrikant Remia in Den Dolder heeft zijn plantaardige olieraffinaderij MaasRefinery B.V. in het Rotterdamse havengebied verkocht aan het Zweedse bedrijf AAK. In deze fabriek worden kleine hoeveelheden speciale oliën geraffineerd. De koop zal naar verwachting 7 maart definitief worden, na toestemming van de havenautoriteiten. Hoeveel geld er met de deal is gemoeid, is niet naar buiten gebracht.

‘Aangezien Remia steeds minder gebruik maakt van speciale oliën, passen de activiteiten van MaasRefinery minder goed bij ons’, zegt Remia-directeur Karel de Rooij.

Duurzaamheid

Specifiek produceert de olieraffinaderij speciale palmfracties (vaste en vloeibare delen van palmolie), die gebruikt worden voor frituurvetten. ‘Remia heeft de afgelopen jaren gezien dat een aantal fastfoodbedrijven voor hun frituurvetten zijn overgestapt naar recepten zonder palmolie, vanwege duurzaamheidsdiscussies rondom palmolie’, aldus De Rooij. ‘Het zijn vooral de grotere, georganiseerde fastfoodbedrijven die daar naar op zoek zijn.’ Volgens de algemeen directeur stappen afnemers meestal over op blends op basis van zonnebloemolie.

Over Remia

Remia produceert sauzen, margarine en vetten voor consumenten, horeca en industriële afnemers. In 2010 nam het bedrijf De Marne’s Fabrieken BV over van het Franse
Gyma, waarna in 2011 de sauzenactiviteiten van Van Dijk werden ingelijfd. Het bedrijf voert de merknamen Remia, De Marne, Gouda’s Glorie en Yildriz en is daarnaast actief op het gebied van private label. Remia telt ruim vierhonderd werknemers en exporteert vanuit Den Dolder naar meer dan honderd landen.

Ontbossing

Palmolie wordt gewonnen uit de pulp van de oranjerode palmvrucht. Dit gebeurt met name in Indonesië, waar de helft van de wereldwijde palmolieproductie plaatsvindt. De productie gaat gepaard met ontbossing, CO2-uitstoot en vervuiling. Jaarlijks wordt er naar schatting bijna 15 miljoen hectare bos gekapt om plaats te maken voor plantages. Wereldwijd groeit de vraag naar palmolie nog.

Palmolie in Nederland

In Europa is Nederland de grootste importeur van palmolie. In 2017 werd er voor ruim 2 miljard euro ingevoerd, 22 procent meer dan in 2016, zo blijkt uit cijfers van het CBS.

60 procent van de levensmiddelen bevat palmolie, zoals margarine, chips, soepen, sauzen en koekjes. Er is ook duurzame palmolie op de markt. Zo’n 18 procent van de palmolie wordt op een duurzame manier geproduceerd.