Uit de tweejaarlijkse TNO Arbeidssituatie Survey blijkt dat intimidatie door chefs en collega’s een groter effect heeft op burnout, verzuim en de wens om van baan te veranderen, dan intimidatie door klanten. Ongeveer 22 procent van de Nederlandse werkenden werd in 2002 geconfronteerd met intimidatie door klanten, patiënten, leerlingen of passagiers. Dertien procent van de werkenden werd geïntimideerd door chefs en collega’s. Zeven procent van de Nederlandse werkenden is slachtoffer geworden van fysiek geweld door klanten.
TNO Arbeid volgt met de TNO Arbeidssituatie Survey sinds 2000 de ontwikkelingen in werk, werktijden en arbeidsverhoudingen in Nederland. De survey wordt gehouden onder een representatieve steekproef van ruim 4000 werkenden per jaar. In het onderzoek worden drie vormen van ongewenst gedrag onderscheiden, namelijk ongewenste seksuele aandacht (seksuele intimidatie), intimidatie en fysiek geweld.
Impact intimidatie door chefs en collega’s groter Werkenden die geconfronteerd zijn met ongewenst gedrag blijken vaker te verzuimen, vaker emotioneel uitgeput, vaker van baan te willen wisselen en hebben ook vaker daadwerkelijk actie ondernomen om een andere baan te vinden. Het onderzoek maakt onderscheid tussen ongewenst gedrag door klanten en collega’s. Het blijkt dat de impact van intimidatie op de gezondheid en het welzijn van het slachtoffer beduidend groter is, wanneer dit gedrag tussen collega’s onderling plaatsvindt.
De beroepen die het meest te maken hebben met ongewenst gedrag zijn respectievelijk: verpleegkundigen en ziekenverzorgenden; transportberoepen zoals buschauffeurs en treinconducteurs; politiepersoneel, brandweer en bewakers; winkeliers, winkelbedienden en andere verkopers; en docenten voortgezet onderwijs.