Oma Bobs Snacks heeft sinds een jaar een bitterbal in het assortiment die is gemaakt met bier van Brouwerij de Prael in Amsterdam, de Prael Bitterblond bitterbal. Albert Woest, mede-eigenaar van snackproducent Bierbroertjes, vindt echter dat deze bitterbal verdacht veel lijkt op de Bierbitterbal uit zijn stal, gemaakt met bokbier van brouwerij vandeStreek bier in Utrecht. Woest denkt dat Oma Bobs het octrooi schendt dat Bierbroertjes sinds 2012 heeft vastgelegd.
De Bierbitterbal van Bierbroertjes is sinds 2012 op de markt. Het receptuur is van Bierbroertjes, de productie is uitbesteed aan De Vries Van Oers. Het gaat Woest niet om de bierbitterbal zelf, maar de productiemethode dat volgens hem uniek is.
Productieproces
‘De bierbitterbal is een natuurlijke bitterbal, zoveel mogelijk e-nummervrij’, vertelt Woest. ‘Pas als het productieproces van de ragout klaar is, gaat het bokbier erbij. Zo krijg je een bitterbal met de mooiste smaak, een beetje zoetig. De meeste alcohol vervliegt nog wel, maar er blijft altijd restalcohol in zitten. Uit testen is echter gebleken dat na het frituren alle alcohol is vervlogen.’
Uniek product
Het octrooi gaat voornamelijk over de bereidingswijze. ‘Prima als je een bitterbal met bier wilt produceren, alleen de bereidingswijze is uniek. En dat geeft een uniek eindproduct, namelijk een heel luchtige bitterbal. Dat komt door het productieprocedé waardoor er restalcohol in de ragout achterblijft.’
De ontwikkeling van dat proces heeft veel tijd gekost, zegt Woest. ‘Het is niet simpelweg een ragoutje maken en bier erbij gooien. Wij hebben daar enorm mee geëxperimenteerd om het precies goed te krijgen.’
Schadevergoeding
Toen Woest hoogte kreeg van het bestaan van de bitterbal van Oma Bobs, stuurde hij een stevige mail waarin hij eiste dat de productie gestopt zou worden met als drukmiddel een dagelijkse schadevergoeding. Nadat Oma Bobs aangaf het bier niet ná maar tijdens het maken van de ragout toe te voegen, zwakte Woest zijn woorden af.
Proeven
Woest zegt nu dat het niet zeker is dat Oma Bobs inderdaad het productieproces hanteert dat in het octrooi is beschreven. ‘Maar als ik ze proef, dan weet ik wel hoe het zit. Echter, tot vandaag had hij de betreffende bal nog niet geproefd. ‘Nu wel, en ik heb toch een sterk vermoeden dat ze geprobeerd hebben onze bereidingswijze te kopiëren.’
Om helemaal zeker te zijn van zijn zaak, laat Woest de bitterbal van Oma Bobs onderzoeken. ‘Dat is een kwestie van de bitterbal laten onderzoeken in het lab. Dat zal één dezer dagen gebeuren.’
Onzin
Jurgen Ottenhoff, eigenaar van Oma Bobs, reageert ondertussen verbaasd: ‘Onzin dat alleenrecht. Je kunt ook geen Draadjesvlees Bitterbal claimen. Of een exotische Pekingeend Bitterbal.’
Ottenhoff vermoedt dat er iets anders aan de hand is. ‘Het lijkt veel meer een ouderwetse vendetta. En het is een merken ding. Wij maken zelf bitterballen en croquetten. Daar heb ik mijn ziel en zaligheid in gelegd. Ik ben er dag en nacht mee bezig. We hebben tientallen smaken. En ja, ook een lekkere De Prael bitterbal.’
Op de vraag of Oma Bobs bereid is het productieproces te laten zien, is Ottenhoff duidelijk. ‘Wel aan u, niet aan hen. Ze kunnen onderzoeken wat ze willen, maar niet bij mij.’
Andere bierbitterballen
Oma Bobs is niet de enige met bierbitterballen. De Bourgondiër heeft de Leffebitterbal en De Jong Food maakt in opdracht van trappistenabdij Koningshoeven in Berkel-Enschot de La Trappe Quadrupel bitterballen. Het lijkt erop dat Woest daar geen werk van zal maken.
‘Op de bitterbal van De Bourgondiër hebben we geen actie ondernomen’, zegt Woest. ‘We weten 100 procent zeker dat zij onze bereidingswijze niet kopiëren. Ik heb ‘m namelijk geproefd. Een andere reden waarom we dat nu laten lopen, is dat ze de bitterbal tijdelijk hebben gepresenteerd. De bitterbal van De Jong staat specifiek vermeld in ons patent als een uitzondering, omdat deze al op de markt was toen wij met onze bitterbal kwamen.’
Geen oorlog
Woest wil tenslotte benadrukken niet op oorlog uit te zijn. ‘We zijn er niet op uit om een groot gedeelte van de bitterbalmarkt over te nemen, want dat lukt toch niet. Daar is ons product veel de specifiek voor. We zien het als aanvulling in de bestaande snackmarkt. Maar we hebben er heel veel in geïnvesteerd, en we moeten wel voor ons product staan.’
