Cafetaria Van Lier in Venlo krijgt bezoek van PVV-leider Wilders

Cafetaria Van Lier in Venlo krijgt bezoek van PVV-leider Wilders

Bijzonder bezoek voor Peter van Lier van cafetaria Van Lier. De ondernemer mocht een frietje serveren aan PVV-leider Geert Wilders, die in Venlo opgroeide. 'Hij heeft vroeger in deze buurt gewoond en dit bleek de cafetaria die hij bezocht als hij zin had in een frietje.'

‘Ik kreeg een week voor zijn komst de vraag of hij mocht langskomen’, vertelt Peter van Lier aan Misset Horeca.

Gesprek over ondernemerschap

Van Lier spreekt van een hartstikke leuke ontmoeting, die plaatsvond op woensdag 23 februari. ‘Hij stelde vragen over hoe het ging en gaf me complimenten voor de vernieuwde zaak. Hij herinnerde zich dingen van vroeger en we hebben heerlijk dialect gesproken.’

‘Voor mij heeft dit bezoek niets met politiek te maken, maar met belangstelling voor ondernemerschap. En daarnaast is hij ook van harte welkom, net als iedere ander gast.’

Cafetaria Van Lier Venlo

Verbouwing

In coronatijd verbouwde Van Lier zijn zaak volledig. ‘We liepen al jaren tegen de maximale capaciteit aan. Ik doe dit werk nu veertig jaar en in die tijd zijn we gegroeid van twaalf mandjes naar 24 mandjes. Nu mijn 22-jarige dochter Julia heeft aangegeven de ambitie te hebben om de zaak over te nemen, hebben we de boel onder handen genomen.’

Op de vraag wat er allemaal vernieuwd is, klinkt het antwoord: alles. ‘De zaak was 100 vierkante meter en heeft nu een oppervlakte van 250 vierkante meter. We waren en zijn een afhaalzaak, maar hebben het aantal zitplaatsen wel vergroot. We hadden zes tafeltjes, dat is gegroeid naar vijftig zitplaatsen.’

Zelfs de naam van de zaak is vernieuwd. Van Friture de Prins naar cafetaria Van Lier. ‘We zijn een echte familiezaak, het hele gezin werkt mee. Mijn dochter had een voorkeur voor deze naam en kreeg bijval van de anderen.’

Bang voor verwarring is Van Lier niet. ‘Zo’n 90 procent van onze bezoekers hoort tot het vaste klantenbestand, dus die blijven wel komen. Sommigen mopperen wel over de naamswijziging, maar vooral met een knipoog.’