Cultuurwethouders willen steunpakket op maat voor nachtsector

Cultuurwethouders willen steunpakket op maat voor nachtsector

Het coronavirus treft ook het nachtleven hard en de cultuurwethouders van Amsterdam, Utrecht en Rotterdam vragen het Rijk hier meer aandacht voor te hebben. Dat schrijven Touria Meliani van Amsterdam, Anke Klein van Utrecht en Said Kasmi van Rotterdam in een ingezonden brief in de Volkskrant.

'Het is van groot belang dat de sector meer perspectief en steun wordt geboden, anders vrezen we een onherstelbaar verlies van de nachtcultuur' , aldus de wethouders. 'De verwachting is dat de clubs pas open kunnen als er een vaccin is, daarom is een steunpakket op maat voor de nacht een logische volgende stap.'

Meer aandacht

De politici vragen van het Rijk 'meer aandacht, erkenning en het op waarde schatten van de kracht van de nacht'. 'Voor de kunstenaars, de organisatoren, de creatieven, de genieters, iedereen die een uitlaatklep zoekt en degene die thuis van muziek genieten. De economie, cultuur en sociale interactie stoppen niet om 00.00 uur, voor velen begint het dan pas.'

Op 16 maart werden feestcafés en clubs gesloten vanwege de coronamaatregelen. Aanvankelijk werd aangekondigd dat discotheken, nachtclubs en vergelijkbare dansgelegenheden gesloten zouden blijven tot 1 september. De zaken moesten echter de deuren gesloten houden, omdat kabinet het aantal besmettingen nog niet onder controle zei te hebben.

Slapend houden van cafés

Horecaondernemer Khalid Oubaha is een man van de natte horeca. Achttien horecazaken heeft hij, waarvan er nu vier geopend zijn. Voor corona was de omzetprognose voor de ondernemer geheel anders. ‘Die was echt mega geweest’, zei hij in een eerder interview met Misset Horeca. ‘Ik was richting de 19 miljoen gegaan voor al mijn zaken.’ Hij zegt het nu vol te houden door het merendeel van zijn zaken in slaapstand te houden tot april 2021. ‘De overheid heeft nog niets gezegd over het heropenen van clubs en feestcafés, en ik kan niet wachten totdat ik zekerheid krijg.’ Voor de zaken die hij nu nog gesloten heeft, is hij in gesprek met de verhuurders over de huurafdracht, heeft hij geen personeel meer in dienst en heeft hij alle abonnementen opgezegd. ‘De kosten zo minimaal mogelijk houden.’ Wanneer Oubaha weer groen licht krijgt om te openen, kan hij naar eigen zeggen snel schakelen en binnen no time al zijn zaken weer opengooien. ‘Voor nu moet ik zorgen dat we levensvatbaar zijn tot en met april 2021. Wat ons de eerste drie maanden is gebeurd, gaat mij niet weer gebeuren. Twee ton was ik per maand kwijt om iedereen in dienst te houden. Dus zes ton in totaal kwam uit eigen zak.’