De kooplust hangt nauw samen met de financiële situatie van huishoudens. Die is in de loop van het jaar steeds verder verslechterd. Het CBS constateerde eerder al dat steeds meer huishoudens precies konden rondkomen met hun geld. In juli is voor het eerst ook een stijging te zien van mensen die hun spaargeld moeten aanspreken. Voor een deel is 'prijsillusie', het moeilijker kunnen inschatten van de prijzen door de invoering van de euro, daar een oorzaak van, concludeerde het CBS in mei. Omdat consumenten sneller door hun geld heen zijn vinden ze de tijd ongunstiger voor grote aankopen als een wasmachine, koelkast of computer. Ruim eenderde van de mensen die maandelijks door het CBS worden ondervraagd, houdt de hand nog even op de knip, terwijl slechts 1 op de 10 mensen blijft kopen. Daarmee is de bereidheid voor grote aankopen op het niveau van 1985 terechtgekomen. Dat is nog lager dan op het dieptepunt van de vorige economisch dip in 1993.
De vertrouwensindex van het CBS wordt vastgesteld op basis van een enquête onder circa duizend mensen. Het saldo tussen de positieve en negatieve consumenten bepaalt de vertrouwenswaarde. In juli stond de index op min 24 waarmee het dieptepunt van 1993 in de buurt komt. In maart van dat jaar noteerde het CBS min 28. De afgelopen maanden daalde de index in rap tempo. In januari dit jaar was het nog min 1.
Consumenten zijn naast hun eigen situatie eveneens somber over de staat van de hele economie. Het oordeel over het economisch klimaat was wederom negatiever dan een maand eerder, vooral om dat veel mensen negatief zijn over de werkgelegenheid. Zes op de tien denken dat de werkloosheid de komende maanden zal stijgen.
