Dit deed de coronacrisis met het aantal horecabedrijven in Nederland

Dit deed de coronacrisis met het aantal horecabedrijven in Nederland

De coronacrisis heeft duidelijk gevolgen gehad voor kleine cafés in Nederland. Volgens voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het aantal cafés in 2020 met 3 procent gedaald tot minder dan 10.000. Het totaal aantal horeca vestigingen steeg echter met vijf procent.

Het is voor het eerst sinds het statistiekbureau in 2007 met de metingen begon dat het aantal kroegen tot onder de 10.000 is gezakt. Met name kroegen met minder dan vijf werkzame personen kwamen volgens het CBS de crisis niet door.

Stijging totaal aantal horecavestigingen

Evengoed was er ook in crisisjaar 2020 sprake van een stijging van het totale aantal horecavestigingen. In totaal ging het om een stijging met 5 procent tot ruim 72.000 vestigingen. Tegenover een daling van het aantal cafés stond een toename van het aantal cateringbedrijven en kantines.

Verder steeg het aantal bedrijven actief in de verhuur van vakantiehuisjes. Opvallend is dat ook het aantal restaurants en andere eetgelegenheden in het crisisjaar toenam.

5000 horecabedrijven opgeheven

Het CBS benadrukt dat het aantal horecavestigingen dat vorig jaar werd opgeheven voor het derde jaar op rij steeg. In totaal verdwenen er zo'n 5000. Daartegenover stond de oprichting van 7500 nieuwe vestigingen. Dat aantal was ook lager dan in het voorgaande jaar.

Horecadichtheid stijgt

Verder meldt het CBS dat de horecadichtheid in de meeste gemeenten in Nederland vorig jaar is toegenomen. Uitgeest en Woudenberg kregen er circa een kwart meer vestigingen bij en waren daarmee de koplopers.

Rozendaal merkte een daling van 44 procent en was daarmee laatste in de rij. Van de 25 grootste gemeenten was de stijging in Leiden, waar het aantal vestigingen met 11 procent groeide, het sterkst. Eindhoven en Almere hadden een plus van 9 procent.

Extra financiering

Van de horecabedrijven trok 27 procent vanwege corona externe financiering aan om aan betalingsverplichtingen te voldoen. Daarnaast had 12 procent wel behoefte aan extern vermogen, maar slaagde er (nog) niet in om vreemd vermogen aan te trekken, of deed (nog) geen financieringsaanvraag. Ook andere sectoren die zwaar te lijden hadden onder de coronabeperkingen, zoals cultuur, sport en recreatie en de vervoerssector, gaven vaak het betalen van rekeningen als reden op voor het lenen van geld.

Lees ook:
Je bent horecaondernemer en staat op de lijst van mogelijke fraudeurs van de Belastingdienst. Wat moet je doen?