De commissie, onder voorzitterschap van Jan Teuwen, deed in opdracht van Rutte aanbevelingen om te komen tot verbetering van het horecaberoepsonderwijs. Problemen en oorzaken werden in kaart gebracht. De aanbeveling zijn gebaseerd op een enquête onder 319 leermeesters en gesprekken met organisaties.
Andere aanbevelingen zijn:
- De beroepsbegeleidende leerweg (bbl) stimuleren met prikkels – ook financieel van aard - voor zowel scholen als de leerbedrijven. Vakmanschap is aan herwaardering toe.
- Docenten moeten verplicht periodieke stages in het bedrijfsleven lopen. Ze zullen hun vaardigheden en kennis op peil moeten houden.
- Er moeten afspraken komen tussen scholen en bedrijfsleven over frequentie, aard, vorm en inhoud van de contacten en de communicatie.
- Er zal landelijk één takenboek moeten komen dat regelmatig wordt aangepast aan de ontwikkelingen in de horecapraktijk.
- Het lob zal stringenter toe moeten toe zien op de kwaliteit van het leerbedrijf en die kwaliteit ook moeten bevorderen.
- Scholen mogen niet afwijken van centrale afspraken zonder instemming van branchevertegenwoordigers.
- Betrek leermeesters bij de beoordeling van de examens door het Kwaliteitscentrum Examinering.
Koninklijk Horeca Nederland kan zich vinden in de aanbevelingen die de Commissie Werkend Horeca Onderwijs van de Gildes voor Koks en Gastvrijheid in haar rapport doet. Deze sluiten bijna naadloos aan bij het onderwijsbeleid dat Koninklijk Horeca Nederland voert.
“We beschouwen de aanbevelingen als een steun in de rug voor de leden die zich namens Koninklijk Horeca Nederland voor het onderwijs inzetten”, aldus Jeu Claes, directeur van Koninklijk Horeca Nederland. “Hopelijk overtuigt dit commissierapport staatssecretaris Rutte ervan dat de invloed van het bedrijfsleven op het onderwijs moet worden verruimd.”