Vorige week kwam het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) met het bericht dat tussen 2007 en 2015 bijna 500.000 vaste banen zijn verdwenen. Ook de doorstroom van flexkrachten naar een vaste baan is sterk afgenomen. Het aantal tijdelijke banen is daarentegen toegenomen, met 390.000.
De werkgeversrisico’s die kleven aan de voorwaarden die worden gesteld aan het tijdelijke contract: de ketenregeling, de transitievergoeding en strengere regels voor dossieropbouw zorgen ervoor dat ondernemers liever geen contracten voor onbepaalde tijd afsluiten. Veel ondernemers zijn voorzichtig of kunnen de toegenomen risico’s niet dragen.
Vooral de nieuwe ketenregeling is voor veel ondernemers een grote boosdoener. In de oude situatie mochten ondernemers in drie jaar tijd maximaal drie tijdelijke contracten met tussenpozen van minimaal drie maanden afsluiten. Sinds de invoering van de Wwz is het alleen nog toegestaan om maximaal twee jaar, drie tijdelijke contracten te sluiten met tussenpozen van maximaal zes maanden. Daarna moet een ondernemer een contract voor onbepaalde tijd geven.
Veel seizoensbedrijven hebben aan het eind van het vorige seizoen afscheid genomen van hun ervaren flexkrachten. Attractiepark Walibi Holland bijvoorbeeld biedt seizoenmedewerkers een contract aan van korter dan zes maanden, terwijl het seizoen van Walibi zeven en een halve maand bestrijkt. Om niet te worden geconfronteerd met vaste contracten, heeft Walibi voor de aanvang van het nieuwe seizoen tientallen ervaren werknemers niet aangenomen.
De knelpunten rond de ketenregeling worden nu bekeken. De vraag is welke prijs de ondernemers moeten betalen, mocht de ketenregeling worden aangepast.
Marjon Prummel is hoofdredacteur van Misset Horeca.