KHN goochelt met cijfers

Het Nederlands Horeca Gilde (NHG) vindt dat de Horeca-CAO in de toekomst alleen nog moet gelden voor leden van Koninklijk Horeca Nederland (KHN) en hun personeel.

Tot nu toe is de CAO door een algemeen verbindend verklaring (AVV) van toepassing op de totale horeca (met uitzondering van de gildeleden en hun personeel die een eigen CAO hebben).Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verleent de AVV op grond van een door KHN verstrekt representativiteitscijfer. Hiermee geeft de organisatie aan een ruime meerderheid van het personeel in de bedrijfstak (meer dan 60 procent) te vertegenwoordigen.

Onderzoek
Het gilde wil nu voorkomen dat de dit najaar afgesloten Horeca-CAO algemeen verbindend wordt verklaard. Aanleiding is het sterke vermoeden dat KHN niet de absolute meerderheid van het personeel vertegenwoordigt. Het NHG heeft hiernaar onderzoek gedaan en de bevindingen gestuurd naar Minister Vermeend van SZW.
KHN goochelt met cijfers, concludeert het NHG. In een eerdere AVV-aanvraag meldt KHN 12.825 leden te hebben met 280.765 werknemers, terwijl er 464.978 mensen in de horeca zouden werken. Daarmee komt KHN op een representativiteitspercentage van 60,3. Vorig jaar meldde KHN nog dat het totaal aantal horecabedrijven 29.500 bedroeg en het aantal werknemers 280.000, waarvan 220.000 in dienst van 13.750 KHN-leden.

Verkeerde informatie
Overigens zouden volgens de recente KHN-berekeningen KHN-leden gemiddeld 21 werknemers in dienst hebben. Het gilde vindt dit gigantisch veel, aangezien de horeca voornamelijk uit kleine ondernemingen bestaat met gemiddeld 4 tot 6 werknemers.
Het gilde heeft uitgerekend dat op grond van gegevens over aantallen bedrijven en werknemers in de horeca van de Kamer van Koophandel Haaglanden en het bedrijfschap Horeca en Catering KHN op representativiteitspercentages van respectievelijk 25,1 en 45,85 komt.
Onvoldoende voor een algemeen verbindend verklaring.
Voorzitter René Boerdam van het NHG stelt in de brief aan de minister dat de AVV op basis van verkeerde informatie wordt uitgesproken en dat KHN ‘volkomen onjuiste cijfers produceert over haar representativiteit’.

Totale loonsom
Volgens KHN is er echter geen reden te twijfelen aan de juistheid van de informatie. Bij het beoordelen van de AVV-aanvraag vraagt de minister namelijk een verklaring van een onafhankelijk accountantskantoor.
KHN wijst er bovendien op ‘tenminste’ 60,3 procent van de werknemers in de branche te vertegenwoordigen. Het percentage ligt vermoedelijk zelfs hoger. KHN-directeur Jeu Claes voegt eraan toe dat bij de berekening van de representativiteit wordt uitgegaan van de totale loonsom. KHN-leden vertegenwoordigen zeker 80 procent van die loonsom. Claes ziet zich wat de juistheid van de cijfers betreft gesteund door de accountantsrapporten. ‘Ik weet niet wat het gilde wil. Ze bestaan nota bene bij de gratie van ónze CAO. En als ze twijfelen aan de representativiteit dan moeten ze maar een civiele procedure aanspannen.’