Kooistra ontkent faillissementsfraude

Kooistra ontkent faillissementsfraude

Horecaondernemer Sjoerd Kooistra heeft niets te maken met vermeende faillissementsfraude en leeftijdsdiscriminatie in horecagelegenheid De Brasserie in Groningen. Dat betoogde dinsdag zijn advocaat L. de Jager voor de kantonrechter in Groningen.

De FNV horecabond had Kooistra voor de rechter gedaagd omdat de bond meent dat van twee werknemers, die vijftien en negentien jaar in dienst waren bij het bedrijf, onterecht het arbeidscontract niet is verlengd.

Volgens de FNV zwaait het bedrijf Plassania met als eigenaar Kooistra, feitelijk de scepter over De Brasserie. Plassania bemoeit zich echter niet met personeelszaken, stelt het bedrijf. Dat is het werk van de uitbater, die het etablissement pacht van Kooistra.

Advocaat De Jager: 'Er is geen gezagsverhouding tussen Plassania en het personeel. Er wordt ook geen loon uitbetaald. Wie dan wil aantonen dat Kooistra een soort tweede werkgever is, moet wel van heel goede huize komen.'

De horecabond stelt echter dat wel degelijk valt aan te tonen dat Plassania zich met de dagelijkse gang van zaken in het restaurant bemoeit. Volgens raadsman D. Domela Nieuwenhuis blijkt de betrokkenheid van Kooistra alleen al uit het feit dat hij zijn zaken, waaronder de Brasserie regelmatig bezoekt. In het Groningse restaurant gaf hij persoonlijk opdracht voor het aanpassen van de inrichting, zoals het vernieuwen van stoelen en verrichten van schilderwerk.

Het kortgeding van dinsdag is een nieuwe stap van de FNV horecabond in de strijd tegen de zogeheten 'Methode Kooistra'. Het is de bond een doorn in het oog dat bedrijven van Kooistra met grote regelmaat betrokken zijn bij faillissementen. Alleen al De Brasserie in Groningen had in de periode 1998 tot heden twaalf pachters.

Horeca Combinatie Groningen, de huidige pachter en laatste werkgever van het op straat belandde tweetal, ontkent overigens dat de twee werknemers wegens hun leeftijd (50 en 56 jaar) moesten vertrekken. Volgens de pachter deden de twee simpelweg hun werk niet goed.

De rechter doet 14 juli uitspraak.