Het bruto wettelijk minimumloon wordt met ingang van 1 januari 1653,60 euro per maand. Dat is een stijging van ongeveer 1 procent ten opzichte van juli 2019. Het wettelijk minimumloon wordt twee keer in het jaar aangepast aan de ontwikkelingen van de cao-lonen: op 1 januari en op 1 juli. In de horeca zit ruim 10 procent van de banen op het minimumloon, zo blijkt uit gegevens van het CBS.
Minimumloon horeca
(Per 1 januari 2020, brutobedragen)
Het volwassen wettelijk minimumloon horeca geldt sinds 1 juli 2019 vanaf 21 jaar.
Horeca | percentage | per maand | per week | per dag | per uur (uurloon) |
21 jaar en ouder | 100 | 1.635,60 | 381,60 | 76,32 | 10,05 |
20 jaar | 80 | 1.322,90 | 305,30 | 61,06 | 8,04 |
19 jaar | 60 | 992,15 | 228,95 | 45,79 | 6,03 |
18 jaar | 50 | 826,80 | 190,80 | 38,16 | 5,03 |
17 jaar | 39.50 | 653,15 | 150,75 | 30,15 | 3,97 |
16 jaar | 34,50 | 570,50 | 131,65 | 26,33 | 3,47 |
15 jaar | 30,00 | 496,10 | 114,50 | 22,90 | 3,02 |
Hier is gerekend met een gemiddeld 38-urige werkweek.
Lonen voor vakkrachten
Wat de lonen voor vakkrachten gaan doen in de horeca na 1 januari is nog niet bekend. De huidige cao van KHN en CNV loopt af op 31 december 2019. De onderhandelingen lopen, maar er zijn nog geen uitkomsten bekend.
Vakkrachten zijn medewerkers die vakbekwaam zijn. Zij hebben recht op het basisloon van de loonschaal die bij de functiegroep hoort. Daarvoor moeten ze minstens 1976 ervaringsuren opbouwen, waar ze pas vanaf hun achttiende jaar mee kunnen beginnen. Een vakkracht die nog geen 21 is, en dus niet vakvolwassen is, heeft recht op een percentage van het basisloon dat bij de leeftijd past.
Niet-vakkrachten van 21 jaar of ouder ontvangen minimaal het wettelijk minimumloon. Niet-vakkrachten onder de 21 hebben recht op een percentage van dit wettelijk minimumloon. Deze percentages zijn sinds juli 2019 flink gestegen.