Hotels zien winst volledig opgaan aan energiekosten

Hotels zien winst volledig opgaan aan energiekosten

Dat de energieprijzen de pan uitrijzen, zal niemand zijn ontgaan. Vooral hotels, waar bovengemiddeld veel energie wordt verbruikt, hebben het zwaar. Met de huidige energiekosten voor hotels gaat meer dan het volledige bedrijfsresultaat op aan energie.

Steeds meer bedrijven krijgen te maken met hoge energiekosten omdat hun energiecontract afloopt. Afgezet tegen het bedrijfsresultaat zijn de kosten voor energie ten opzichte van 2019 verveelvoudigd. Horeca komt er daarbij flink slechter vanaf dan bijvoorbeeld retail. Vooral de energiekosten voor hotels zijn enorm toegenomen, blijkt uit onderzoek van vastgoedadviseur Colliers

Bij hotels liggen de kosten voor energie gemiddeld op 117 procent van het bedrijfsresultaat, waarmee de hotellerie er het slechts af komt van alle onderzochte sectoren. Niet alleen gaat de volledige winst op aan energie, er moet vanuit de reserves zelfs geld bíj. Ter vergelijking: in 2019 lagen de energiekosten van hotels op 23 procent van het bedrijfsresultaat. Zelfs in de industrie, de écht grootverbruikers van energie, liggen de kosten daarvan nu op 107 procent van de winst. 

Bij restaurants en cafés steeg de energierekening van 17 procent in 2019 naar 84 procent van het bedrijfsresultaat in 2022. Dat is nog altijd fors hoger dan retail, waar het van 10 naar 49 procent ging. 

Energie duurder dan huisvesting 

Inmiddels blijkt dat voor huurders van horecapanden de kosten van energie tot wel 25 procent hoger liggen dan hun huisvestingskosten. Vóór de energiecrisis bedroegen de energielasten maximaal een kwart van de huisvestingskosten. Onder die kosten vallen naast huur ook lease, reparaties, onderhoud, schoonmaak en verzekeringen. 

De energiekosten van hotels lagen in 2019 ongeveer op 21 procent van de huisvestingskosten. Dat is nu toegenomen tot 107 procent. Voor cafés en restaurants geldt zelfs dat de energiekosten inmiddels 125 procent van hun huisvestingskosten bedragen. Dat was in 2019 nog 25 procent. 

Zeven keer hoger voor industrie 

Alleen voor kantoren (62 procent) en winkels (70 procent) blijven de energielasten gemiddeld lager dan de huisvestingskosten. In de andere vastgoedsectoren zijn de energielasten hoger dan de kosten voor huisvesting.

Voor industriële bedrijven maar liefst zeven keer hoger: gemiddeld bedragen de energiekosten in de industrie 688 procent van de huisvestingskosten. Daarbij moet worden gezegd dat dit de enige sector is waar die energiekosten ook in 2019 al fors hoger waren dan de huisvestingskosten: 140 procent. 

Energieplafond bedrijven 

Mogelijk komt er net als voor consumenten een energieplafond voor bedrijven. De uitwerking is nog onduidelijk en wordt bemoeilijkt omdat voor bedrijven verschillende regelingen nodig zijn, in tegenstelling tot consumenten. ‘Een energieplafond kan bedrijven helpen om de energierekening omlaag te brengen, maar de kosten zullen alsnog hoger zijn dan voor juli 2021', zegt Madaline Buijs, chief economist & head of research bij Colliers. 

‘Samen met de coronasteun en belastingen die vanaf 1 oktober moeten worden terugbetaald, kan dit ervoor zorgen dat meer horecabedrijven sluiten. Dat kan de leegstand in binnensteden vergroten.’ 

Verduurzamen als oplossing 

Nu zijn meer dan ooit de voordelen van energiebesparing en verduurzaming zichtbaar, volgens Buijs. ‘Door de hoge energielasten is de terugverdientijd van verduurzamingsmaatregelen korter. Daardoor is het aantrekkelijk om bijvoorbeeld ledverlichting aan te schaffen, zonnepanelen op het dak te leggen en - in het geval van een multi-tenant gebouw -tussenmeters te installeren om het eigen energieverbruik inzichtelijk te maken.’ 

Wel of niet doorberekenen? 

Belangrijk is of bedrijven de gestegen kosten kunnen doorberekenen aan hun klanten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) houdt een enquête onder ondernemers waarin hiernaar wordt gevraagd. Van de horecaondernemers verwacht 70 procent dat zij hun gestegen kosten niet of voor maar een klein deel kunnen doorberekenen aan gasten. De rest geeft aan dat zij de extra kosten volledig of voor een groot deel kunnen doorberekenen. Hierdoor is de verwachting dat horecaondernemers sneller in de problemen zullen raken.