Deze week heeft ProFri het rapport Impact SUP-regelgeving op de frituurbranche officieel aangeboden aan staatssecretaris Thierry Aartsen van Infrastructuur en Waterstaat. Met dit rapport brengt de vereniging de knelpunten, ontwikkelingen en aanbevelingen rond de SUP-regelgeving onder de aandacht van het ministerie - en specifiek de onderdelen die de frituurbranche raken.
Aanleiding voor het rapport was een verzoek van onderzoeksbureau CE Delft, dat in opdracht van Rijkswaterstaat en het Ministerie van IenW werkt aan een tussentijdse evaluatie van de regeling Kunststofproducten voor eenmalig gebruik. ProFri heeft de bevindingen uitgebreid gedeeld met de onderzoekers en deze zijn meegenomen in hun lopende analyse.
Uit de door ProFri verzamelde gegevens blijkt dat het gebruik van kunststof voedselverpakkingen in de frituurbranche de afgelopen jaren al sterk is afgenomen, zelfs ruim vóór invoering van de SUP-maatregelen. De branche zet al brede stappen richting karton en papier, al zijn plasticvrije alternatieven niet altijd voldoende kwalitatief of voedselveilig.
In de dagelijkse praktijk leidt vooral de verplichte toeslag voor vormvaste kunststof verpakkingen tot onbegrip bij ondernemers én consumenten. De regeling werkt scheef, is moeilijk uitlegbaar en sluit niet aan op het werkelijke aandeel van de sector in het totale plasticverbruik. ProFri pleit daarom voor snelle afschaffing van deze toeslag en voor alternatieve, beter uitvoerbare maatregelen.
Onwerkbare verplichtingen
Het rapport benoemt daarnaast dat twee onderdelen van de SUP-regelgeving in de frituurpraktijk niet uitvoerbaar zijn:
1. Het verplicht aanbieden van een herbruikbaar alternatief bij afhalen
Voor frituurspeciaalzaken is het aanbieden van herbruikbare bakjes geen realistisch systeem. Het leidt tot logistieke problemen, voedselveiligheidsrisico’s en hoge kosten. Bij afhalen is er bovendien nauwelijks sprake van retourstromen.
2. Het accepteren van Bring Your Own
Klanten moeten volgens de regels hun eigen verpakking mogen meenemen. In de praktijk stuit dit op grote uitdagingen: onduidelijkheid over hygiëne, voedselveiligheid, aansprakelijkheid en werkbaarheid in drukke bedrijfsprocessen. Bring Your Own is daardoor niet veilig én niet uitvoerbaar in een frituurkeuken.
ProFri pleit er daarom voor deze verplichtingen te schrappen of aan te passen naar een vorm die werkbaar is voor frituurondernemers.
Constructief meedenken en verantwoordelijkheid nemen
Hoewel de frituurbranche verantwoordelijk is voor slechts een zeer klein deel van de totale kunststofstromen, wil ProFri nadrukkelijk haar verantwoordelijkheid blijven nemen. Daarom bevat het rapport ook voorstellen om verduurzaming op een realistische manier verder te stimuleren, zonder dat ondernemers tegen onhaalbare of onlogische verplichtingen aanlopen.







