Colijn, voorzitter van de sector Fastfood- en IJsbedrijven van KHN, kan maar moeilijk verklaren waarom het percentage deelnemers op 12 procent ligt. ‘Misschien is het een gewoonte om te frituren volgens een vast patroon. Misschien heeft het tijd nodig. Vergeet niet dat veel fastfoodondernemers voor een jaar lang vet hebben ingekocht. Maar ik had iets meer deelnemers verwacht. Toch blijf ik hopen op 50 procent deelnemers aan het eind van het eerste jaar. We zijn pas drie maanden bezig en moeten vanaf het nulpunt komen.’
De tussenstand van de campagne maakt Colijn niet wanhopig. ‘Ben je gek. Ik weet dat er aanmeldingen onderweg zijn. Het is ook een hele omslag om van vast naar vloeibaar vet te gaan. Maar ondernemers, doe het. Word wakker. Je doet jezelf en de branche tekort wanneer je niet verantwoord gaat frituren.’
Verder valt op dat er behoorlijk wat regionale verschillen zijn. Zo trekken Zuid-Holland en Friesland met 16 procent de kar, terwijl Zeeland (6 procent) ver achterblijft. Colijn: ‘Daar heb ik niet echt een verklaring voor. Mogelijk dat het komt omdat in Zeeland weinig grote fastfoodketens zijn gevestigd. Die ketens, zoals een Snackpoint, zijn massaal overgestapt op vloeibaar frituurvet.’
De tweejarige campagne Verantwoord Frituren is een initiatief van Koninklijk Horeca Nederland en het Voorlichtingsbureau Margarine, Vetten en Oliën. De campagne ging op 31 maart 2004 van start en heeft als doelstelling om zoveel mogelijk (minstens 50%) van alle Nederlandse fastfoodrestaurants en cafetaria over te laten stappen op vloeibaar frituurvet. Het intensief informeren van horecaondernemers maakt een belangrijk deel uit van de campagne. De volgende stap van de campagne is het informeren van de consument. Dat gebeurt met advertenties en voorlichting via de cafetaria.